OCMW-voorzitter Kurt De Loor looft het initiatief van Provincie Oost-Vlaanderen om de kosten in haar technische- en beroepsscholen beperkt en transparant te maken omdat ze van oordeel zijn dat onderwijs voor iedereen betaalbaar moet zijn. In de provinciale secundaire school in Zottegem werd vanaf dit schooljaar een maximumfactuur ingevoerd. Zo weten de leerlingen en hun ouders op voorhand hoeveel het schooljaar gaat kosten.
De maximumfactuur voor het provinciaal secundair onderwijs wordt in fases ingevoerd. O.a. in Zottegem (PTI) wordt dit schooljaar het systeem in de eerste graad ingevoerd. Ook in het PTI Hamme en PM Gent gebeurt hetzelfde. Er wordt gewerkt naar een maximumbedrag van 300 euro per schooljaar waarin alle verplichte kosten om de leerplandoelstellingen te behalen zijn inbegrepen: cursussen, werkkledij, gereedschap voor de praktijkklassen en 1-daagse uitstappen.
‘De maximumfactuur bestaat reeds in de lagere scholen’, legt De Loor uit. ‘De kosten worden er geplafonneerd per schooljaar. Door dit ook in het secundair onderwijs toe te passen, bewijst de provincie opnieuw dat ze innovatief werk verricht. Hopelijk volgen ook de andere onderwijsnetten het voorbeeld. Tijdens de vorige Vlaamse regeerperiode drong N-VA er nog op aan om het provinciaal onderwijs af te schaffen. Gelukkig gingen deze plannen niet door, waardoor de Provincie haar kwalitatief onderwijs kan verderzetten.’
Als het proefproject in Zottegem en de twee andere proefscholen goed verloopt starten de overige provinciale secundaire scholen (PTI Eeklo en PIVA Oudenaarde) vanaf volgend schooljaar (2017 — 2018) ook in hun eerste graad. In ideale omstandigheden zou vanaf september 2019 de maximumfactuur dan ook gelden in de tweede en de derde graad van alle provinciale scholen.