Champignons : Nettogewicht 290 gr
Uitlekgewicht 170 gr
Schweppes Indian Tonic : bevat per 200 ml 211 kJ en 50 kcal
Blik Juliet met rund en lever : 415 gr
Spaanse extra olijfolie van de eerste persing 750 cl
Vraag me naar de inhoud van een bus wasverzachter, handzeep, gepelde tomaten, een fles ketchup of een fles cranberry, en ik geef je meteen het juiste antwoord.
Nee, ik ben me niet aan het voorbereiden voor een doortocht langs De Slimste Mens. En nee, ik ben niet van plan een spoedopleiding Retail te volgen en tegelijk Carrefour en C&A en Leenbakker over te nemen.
Ik ben wel slachtoffer geworden van ultieme verveling en van 40-ers op mijn thermometer die maar hooguit 40 aankan.
Ik ben kortstondig een vluchteling geworden, geen politieke, geen economische wel een opwarming-van-de-aardevluchteling.
Ik heb geen gehoor gegeven aan de “warme” oproep van burgemeester en schepenen om me met mijn reumatische knoken en scharnieren terug te trekken in één van de vele koele ruimtes die ze voor hun oude kiezers hadden voorzien.
Nee, schreeuwde ik, niet voor mij ! Ik heb een koele kelder waarin ik me in hoge hittenood kan verschansen !
En ik verschanste me, want de nood wàs hoog. Maar eerst had ik voor zitcomfort moeten zorgen want ik hoorde het allang aankondigen, uit een Philips en uit een Bang&Olufson, uit het kleinste radiootje en op een mega TV : We halen 40° en meer !
Ik kon natuurlijk op een bak bier of op een bierbak dampend zitten wachten tot de temperatuur wat minder genadeloos werd. Maar Rodenbach vond je niet in mijn kelder, evenmin als Gezelle of Timmermans. Het had ook op trappist gekund maar die was even veraf als een Jezuïet.
Dat zitcomfort kwam niet eens van zo heel gek ver. Het kwam van net om de hoek, in de Welzijnstraat, waar het in mijn tuinhuis diende om zittend te staren naar en te wachten op het uitschieten van snijsla en komkommer.
Het was een witte plastic tuinstoel, kuipmodel, met twee armleuningen, ideaal om in pufhouding, de knieën weinig protocolair en niet volgens de etiquette licht uit elkaar, in een kelder 40° en meer te overleven.
Op een van de lange zomeravonden haalde ik hem, nog steeds de tuinstoel, naar huis. Toeschouwers of supporters had ik op dat uur niet meer. Iedereen keek naar Vive le Vélo of naar Switch of zat buiten in zijn tuin in zijn persoonlijke tuinstoel.
Alleen Philomena kwam net terug van haar job in het rusthuis. Ze zei hallo en lachte kirrend op haar eigen Surinaamse manier. Ze was me amper voorbij of ik hoorde haar al praten in haar smartphone. Nou mama, zal ze gezegd hebben, bij jullie in Paramaribo gebruikt men toch een rollator als de benen tegenpruttelen. Niet ? Hier neemt men overal zijn tuinstoel mee. Da’s hier ongek !
Ik versnelde de pas uit schrik ook nog Balasim M.Alsaàd tegen te komen en de goedbloed op kosten te jagen met een langeafstandsgesprek, lees woestijnbericht, waarin hij het thuisfront vertelde dat men hier een stoel gebruikt en men een oma, zoals de zijne in Irak, niet dwars over een muilezel legt bij moeilijk lopen. Maar Balasim was voorzeker nog kebab aan het braden voor hongerige Gentenaars op Sint-Jacob.
Ik geraakte moeiteloos thuis met de tuinstoel. De tuinstoel belandde tijdig in de kelder. De kelder zou mijn redding worden tegen de hitte. De hitte kwam er de volgende dag. De volgende dag sloeg genadeloos toe maar na de middag troonde ik in mijn witte tuinstoel in mijn kelder, omgeven door koele lucht en blikjes champignons van 290 gr en Julietjes van rund en lever van 415 gr. Er waren ook de vele soorten champagne van 75 cl en zomerse wijnen, zelfs met de juiste prijs erbij. Of had de plotse duik van heet in koel ook wat gedaan met mijn onderscheidingsvermogen ?
Ik had bij mijn afdaling naar de Bevegemse catacomben lectuur en ontspanning van alle slag meegenomen in een shopper van Action, eenmalig en in één vloeiende beweging om vooral niet al te veel eigen energie op te wekken en weer naar de begane grond te moeten opstijgen.
Daarin stak naast een tablet en een smartphone ook mijn gewone looptelefoon, schrijfpapier en kogelpennen, zakdoekjes want ook in een koele kelder slaam emoties soms heel hard toe, fruit en ijsgekoelde drankjes, enkele droge brokjes Friskies, niet voor mezelf in het kader van de inflatie en de besparingen maar voor Miss, de poes, indien ze me zocht en vond en er waren ook enkele reclamefolders voor champagne en zomerse wijnen. Het grote kruiswoordraadselboek Filippine de Dikke lag helemaal bovenop.
Tot 19u hield ik het uit tussen mijn champignons in blik en mijn olijfolie in fles.
Ik had 7 filippines ingevuld, een column geschreven over de toekomstige stadionsite en artikels gelezen over humor en hoe sommige mensen geboren worden zonder humorklier, een mindergekend lichaamsdeel maar een meerwaarde voor een positieve ingesteldheid.
Toen waagde ik de klim naar de hitte om op TV het journaal te bekijken. Ze vertelden daar dat we de 40° zelfs overschreden hadden. Ik keek naast mij en daar in de zetel lag Miss, een grote zwarte panter met blauwe ogen. Ik lachte naar haar en zei :
Je weet maar voor de helft wat dat beetje meer dan 40° met iemand doet…