Langs de momenteel drukke Leinstraat worden schapen ingezet ter bestrijding van de Japanse duizendknoop. Een strook werd er afgespannen zodat er schapen in alle veiligheid kunnen grazen.
De Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), een exoot, verspreidt zich aan een razendsnel tempo door zijn sterke groeikracht. Hierdoor verdringt de duizendknoop inheemse plantensoorten en kunnen zijn sterke wortelstokken en stengels schade veroorzaken aan bouwwerken, rioleringen, leidingen en wegen.
De Japanse duizendknoop is een vaste plant en kan tot wel 4 meter hoog worden. Zijn stengels zijn hol van binnen, bestaan uit compartimenten en kleuren groen met rode vlekken. Daarnaast heeft de plant grote hartvormige bladeren en in augustus en september bloeit hij met witte bloemen. In de winter sterven de bovengrondse delen van de plant af, maar de ondergrondse wortelstokken, die sterk vertakt zitten tot 1 meter diepte, overwinteren.
Schepen voor milieu Peter Vanderstuyf: “De plant verspreidt zich via fragmenten van wortelstokken en stengels. Daardoor is het maaien ervan een enorm groot risico op verspreiding. Daarnaast weestaan deze planten de klassieke bestrijdingsmiddelen. Vandaar dus ook deze alternatieve bestrijding via schapen.
In casu werd gekozen voor het Hebridean schaap. Dit schaap werd ooit door de Vikingen naar de Hebriden gebracht, de eilandengroep ten noordwesten van Schotland, waar het schaap zich een weg baande door het ruige landschap. Deze soort heeft een weinig selectief graasgedrag en daardoor zeer geschikt voor begrazingsprojecten. Voor de uitvoering van dit project konden we rekenen op de medewerking van de heer Yves Meulenijzer van Greensheep uit Schorisse die de schapen ter beschikking stelt.
Het voordeel van het inzetten van schapen is dat er niet alleen wordt gezorgd voor meer diversiteit in planten- en diersoorten maar dat de kans op verspreiding van de duizendknoop afneemt. Immers de verspreiding gebeurt veelal bij het maaien van de planten en daarenboven zijn schapen veel goedkoper.
Als dit project slaagt dan zullen we nog andere plaatsen in Brakel op deze wijze aanpakken.”