Mantelspeld uit collectie van Archeocentrum Velzeke erkend als Vlaams topstuk

Het Archeocentrum Velzeke is voortaan in het bezit van een zgn. Vlaams topstuk. Een Merovingische schijffibula (zie foto) die deel uitmaakt van de collectie van het museum, werd namelijk door de Vlaamse overheid op de Vlaamse topstukkenlijst geplaatst. De fibula is een ronde vergulde bronzen mantelspeld van 4 cm diameter waarop in patronen fijne filigraandraad is gelegd. In de centrale verhoging is er een opstaande cel met witte glaspasta en daarrond vier driehoekige cellen met rode glasplaatjes. Op de vlakke buitenrand wisselen vier ronde cellen met blauwe glaspasta af met vier driehoekige cellen met rode glasplaatjes.

Dit prachtig juweel werd samen met nog heel wat andere grafgiften ontdekt in 1955 in Beerlegem (Zwalm) bij het ontginnen van een zandgroeve. Onderzoek door de Nationale Dienst voor Opgravingen en het Seminarie voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Gent bracht aan het licht dat zich daar een vroegmiddeleeuws grafveld bevond (6de-7de eeuw, de Merovingische periode). Er wordt aangenomen dat de mantelspeld een juweel was van een rijke dame die leefde in het begin van de 7de eeuw. In de houten grafkist werden ook nog ter hoogte van de borststreek 102 kralen in amber en glaspasta (onderdelen van een halssnoer), riemgespen en een prachtige glazen tuimelbeker aangetroffen.

De erkenning als topstuk wil zeggen dat de Vlaamse overheid dit siervoorwerp beschouwt als een zeldzame én onmisbare getuige van de vroegmiddeleeuwse edelsmeedkunst. Dit houdt echter ook in dat het Archeocentrum Velzeke de plicht heeft het topstuk te beschermen en dat elke wijziging van bewaarplaats of een fysieke ingreep aan de materiële substantie van de fibula voortaan alleen maar kan mits een expliciete toelating van de Vlaamse overheid. Anderzijds worden er wel subsidies voorzien voor restauratie indien dit ooit nodig zou zijn.

Na de opgravingen kwamen de Merovingische mantelspeld en de andere grafvondsten eerst terecht in het depot en museum van de Rijksuniversiteit Gent (maar niet aan het brede publiek tentoongesteld). Begin jaren 1990 werden ze dan overgebracht naar het toenmalige Provinciaal Archeologisch Museum, nu Archeocentrum Velzeke. Daar is het ‘nieuwe’ Vlaams topstuk ook nu te zien maar wordt er momenteel tevens werk gemaakt van de herinrichting van de museumafdeling waar dan alle vroegmiddeleeuwse objecten vanaf het najaar 2024 in al hun schoonheid te bewonderen zullen zijn.