Verzetstrijder Oscar Delamotte doodgeschoten
We brengen graag een postuum eerbetoon aan Oosterzelenaar Jules Sacks (1886 – 1967). Een fenomeen. Een op en top Oosterzelenaar. Een graag gezien volksfiguur in Oosterzele, heel vaderlandslievend, als lid van de weerstand nam hij enorm veel risico’s in WO II. Na zijn aanhouding ontwapende hij op 2 augustus 1944 een Gestapo, maakte ook WO I mee, ontving medaille van de weerstand 1940 – 1945, werd omwille van zijn moed in WO II vereerd met 13 burgerlijke en militaire eretekens. Werd gemeenteraadslid in Oosterzele. Vanaf zijn elfde is hij muzikant bij de Oosterzeelse fanfare, 70 jaar lang. Loodgieter Jules Sacks richt in 1906 – hij is 20 jaar – een winkel op in ijzerwaren, Leuvense stoven (iedereen had er in die tijd één in huis) en kookgerei op het Dorp in Oosterzele. Inmiddels is de winkel met kleindochter Mariane D’Hont, aan de derde generatie toe. Huis Sacks bestaat dit jaar 118 jaar. Uit getuigenissen blijkt dat Jules Sacks altijd klaar stond om te helpen. ‘Heel hulpvaardig, een man als Jules bestaat niet meer, je kon werkelijk alles aan hem vragen’, getuigt al wie hem gekend heeft.
Hij leefde voor zijn dorp. Jules Sacks huwde met Maria Lammens, ze kregen drie kinderen Roger, Cecile en Godelieve. Zijn leven lang bleef hij verhalen vertellen over de oorlog, vol passie, zijn geheugen werkte feilloos. Op het herinneringsprentje: ’Als jonge man streed hij met heldenmoed voor recht en vrijheid. Vaderlandsliefde was voor hem geen holle leuze’. Opmerkelijk: dochter Cécile (°24 mei 1924) en zoon Roger Sacks (°6 juni 1922) waren eveneens lid van het Geheim Leger. Het kan niet anders dat de ‘Geheime Feldpolizei’ het huis van (vermeende) weerstander Jules Sacks scherp in de gaten hield, de vervolgingszucht van de Gestapo was groot. Het gezin moest na de aanhouding van Jules Sacks op de vlucht slaan en onderduiken van 2 augustus tot en met 4 september 1944, de dag van de bevrijding van Oosterzele.
We mochten van kleindochter Mariane D’Hont de briefwisseling en (oorlog)documenten inkijken. In een brief van 24 juni 1948 vraagt gewapend weerstander Jules Sacks (° Oosterzele, 12 juni 1886) aan het Ministerie van Begroting, dienst der Invaliditeit-pensioenen, Galileelaan 3 – Brussel, aan de commissie om zijn invaliditeitsgraad te bepalen. Hij liep ernstige verwondingen op aan zijn rechterschouder en knieën na zijn verzet tegen de Gestapo die hem had aangehouden. Het heldhaftig verhaal van Jules Sacks. Op 2 augustus 1944 werd hij aangehouden door vier Gestapo, op verdenking deel uit te maken van de weerstand en twee mannen van de weerstand Leonard De Prijck (Merelbeke) en Oscar Delamotte (Gent) te verduiken. Duidelijk, dat ze werden geklist. Jules Sacks werd opgesloten in de garage van Maurice Liebrecht in de Windekekouter. Hij treft er Oscar Delamotte aan die voor hem werd aangehouden. Ze werden aan elkander gebonden.
Als drie Gestapo gaan zoeken naar garagist Liebrecht (ook een gezocht weerstander) zien Jules Sacks en Oscar Delamotte de kans om de Gestapo – die hen moest bewaken – aan te vallen en zijn ‘mitraillette’ te ontfutselen en hem neer te slaan. Ze waren erin geslaagd de boeien waarmee ze aan mekaar waren gebonden los te rukken. Er ontstaat een hevig gevecht op leven en dood. De Gestapo kon nog wel zijn revolver nemen en Delamotte dodelijk treffen. Jules Sacks ontsnapt op het nippertje aan de dood, hij werd getroffen in zijn schouder. De Gestapo slaat op de vlucht, Jules Sacks zag dat geen hulp meer kon baten voor Oscar Delamotte. Hij vluchtte weg via de muur van de garage Liebrecht, kwam terecht op het kerkhof, sprong opnieuw over een muur en viel op zijn beide knieën en bezeerde zich erg. Op 4 september 1944 – op de dag van de bevrijding van Oosterzele – ontwapende het Geheim Leger de Duitse vijand die zich overgaf op de Kapellenberg (nu Geraardsbergsesteenweg). De minister van Landsverdediging kent Jules Sacks op 8 oktober 1951 het Oorlogskruis 1940 met Gulden Leeuw toe. We citeren: ‘Lid van het Geheim Leger vanaf november 1941. Nam aan parachutedaden deel. Verzekerde mee het vervoer van wapens en munitie. Hielp en herbergde gezochte weerstanders. Nam, aan de bevrijdingsverrichtingen van het grondgebied deel’. Jules Sacks zou in totaal 13 onderscheidingen ontvangen.
Parachutage in Velzeke
In 1943 maakt loodgieter Jules Sacks kennis met de Gentse landmeter en weerstander Jozef Speeckaert (1907 – 1945), bijgenaamd den ‘Spec’, werd door al zijn medewerkers enorm geprezen. Hij bleef organisatorisch knap werk verrichten, de spil waar alles om draaide. Was actief in diverse weerstandskringen. Jules Sacks was samen met Maurice Liebrecht de vertrouwensman van Jozef Speeckaert. De technische vaardigheden van Jules en Maurice en hun terreinkennis was voor de leiding van het verzet van onschatbare waarde. Ze schuwden het gevaar niet. Jules en Maurice hadden een steeds groeiende weerzin voor de Duitse bezetter. Jules Sacks gaf aan diverse werkweigeraars en verzetsleden onderdak. Jules Sacks en Maurice Liebrecht hielpen tijdens een ‘parachutage’ in Velzeke mee aan het bergingswerk van containers die wapens, munitie en uitzendposten bevatten. In Velzeke lag een ideaal terrein voor een dropping. Twaalf containers werden gedropt. Een container woog tussen de 100 en 150 kg. Pas om 5 u was de laatste container geladen in een bestelwagen. Auteur Marc Verschooris schrijft verder in zijn boek ‘De papegaai is geschoten’ : ‘…De fietsers, die de tegensputterende (verhuis)wagen op korte afstand volgden door Balegem en Scheldewindeke, waren steeds genoodzaakt het vehikel vooruit te helpen. Het was rond 7 u dat de buit op de plaats van bestemming aankwam. Dat de oude veldkapel op Moortsele – Berg over een grote graftombe beschikte, was Jozef Speeckaert bij zijn inspectieronde niet ontgaan. De kapel, omgeven door een dichtbegroeide haag, was vanop de steenweg naar Gent niet zichtbaar en bleek dé ideale bergplaats voor de ‘goudmijn’ die hier tijdelijk werd ondergebracht’. Ook dokter Nestor De Prijck uit Balegem had de ‘parachutage’ meegemaakt. Nadien werd de kostbare buit toevertrouwd aan Oscar Delamotte, ook dokter De Prijck werd ingeschakeld. Verzetstrijder Oscar Delamotte was ook betrokken bij de bevrijding van Martin (Albert Mélot) op 15 juli 1944 in Gent, waarbij twee Duitse soldaten werden gedood. Achttien dagen later werd Oscar Delamotte dodelijk getroffen in garage Liebrecht in Oosterzele (+ 2 /8/1944).
De opgepakte Jozef Speeckaert overleed op 5 januari 1945, hij overleefde het inferno van Blumenthal niet. Het nieuws sloeg in als een donderslag. In Gent werden in oktober 1945 missen opgedragen ter nagedachtenis van Jozef Speeckaert. Een ware volksmanifestatie. Een prachtige hulde aan den ‘Spec’ die zijn leven liet in de strijd voor de vrijheid. Karel Jonckheere droeg zijn gedichtenbundel ‘Onvoorzien Programma’ op aan Jozef Speeckaert. Bron Boek :’De papegaai is geschoten’ van Marc Verschooris, uitg. Snoeck – Ducaju & zoon). Een waardevol historisch werk.
Getuigenissen
In de brief aan het Ministerie werden attesten toegevoegd van dokter Van Cauter (Scheldewindeke), Alice Van Den Bossche, Arthur De Neve, Leonard De Pryck, Anna Scheerlinck, Louis Lourdault, Gustave Schelstraete en een attest van goed gedrag en zeden.
Arthur De Neve: ‘Ik verklaar dat de gestapo den 2 oogst 1944 mij verplichte, met de wapens in de hand, mijne poort te openen langs waar zij den achterkant van de woning van Jules Sacks konden bereiken om hem het vluchten te beletten, dan drongen de andere Gestapo langs voren de woning binnen en hebben Sacks aangehouden en mede geleid naar de garage van Liebrecht, het was dan ongeveer 6,15 u in de morgend’.
‘Ik ondergetekende Alice Van De Bossche verklaar den 2 augustus 1944, op het kerkhof te Oosterzele zijnde, schoten gehoord te hebben uit de garage Liebrecht, daarna zag ik Sacks Jules over den muur van het kerkhof springen, mij de ‘mitraette’ toonen zeggende ik heb met de Gestapo gevochten, zijn wapen hem ontnomen en ben in mijn schouder geschoten, verwittig mijn familie dat ik ontsnapt ben en op de vlucht ga’.
Louis Lourdault: ‘Ik verklaar den 2 augustus 1944 tusschen 6,30 uren en 7 uren ‘s morgens op den binnen weg achter den muur van het kerkhof was, zag ik Sacks Jules over den muur van het kerkhof springen en op zijn knieën stuiken, welke hij bezeerde, zegde mij ik heb de Gestapo zijn ‘mitraette’ op zijn kop aan stukken geslagen en ben geschoten in mijn schouder, ik heb hem behulpzaam geweest voor te vluchten en den dokter verwittigd’.
‘Den 2 oogst 1944 is de genaamde Sacks Jules bij mij gekomen nadat hij met de Gestapo gevochten had in gezelschap van Lourdault Louis die hem hielp in zijn vlucht. Sacks had in het gevecht zijn muts verloren en zijn vest gescheurd ik heb hem van andere kleren voorzien’, getekend Gustaaf Schelstraete.
Ik ondergetekende Anna Scheerlinck verklaar den 2 augustus 1944 uit de garage van Liebrecht na schoten gehoord te hebben een Gestapo zien buiten springen met zijn gezicht vol bloed en om hulp roepen’.
‘Ik ondergetekende Leonard De Prijck verklaar einde juni 1944 naar Oosterzele te zijn gezonden te zijn door onze chef Mr Speeckaert om mede te werken met ons lid van het geheim leger Jules Sacks van Oosterzele, ik ben daar veertien dagen gebleven, toen werden wij verwittigd door den eerw priester deken Karel De Vis om te vertrekken. Dat er zou kunnen verraad komen. Mijne tegenwoordigheid in Oosterzele en onze werken voor het geheim leger zijn de oorzaak dat Sacks Jules door de Gestapo den 2 oogst 1944 aangehouden werd’.
Dr. J. Van Cauter: ‘Ik verklaar dat genaamde Sacks Jules, oud 62 jaren, woonachtig te Oosterzeele, aangetast is van hydarthrose traumatique aan de rechter knie en pijnlijk lidteken aan de rechterschouder, immers patiënt is door mij verzorgd geweest vanaf 2 den augustus 1944, datum op de welke hij ontsnapt is aan de Gestapo, door wie hij gevangen was genomen geweest, en om zich te bevrijden, in handgemeen met hen was geraakt en, bij de ontvluchting in de rechterschouder werd geschoten door de Gestapo. Ook moest hij zich op een hooge muur verheffen, en door de omstandigheden dat de duitschers hem op de hielen zaten is hy van den muur gevallen hem erg bezeerde aan de rechter knie. De zorgen duurden toen omtrent 15 dagen, en toen hij uit de voeten kon is hy ene andere schuilplaats gaan zoeken. Vervolgens is hy meermaals by mij geweest voor zorgen aan rechterknie. Ik verklaar op myn erewoord dat deze verklaring waar en echt is’.
In een schrijven van 13 januari 1949 krijgt Jules Sacks een voor hem kwetsende brief. We citeren: ‘…uw kwetsuren geen aanleiding geven tot een invaliditeitsgraad welke van aard is rechten op een pensioen te doen openvallen’ (0 %). Hij tekent beroep aan, maar andermaal wordt zijn verzoek afgewezen.
(Marcel Van De Vijver, Foto’s en archiefstukken Mariane en Jacques D’Hont, Marc Verschooris, Danny De Lobelle).