Geen extra belastingen deze legislatuur
Op de gemeenteraad van 29 juli 2024 in Brakel werd de achtste en tevens laatste Meerjarenplanwijziging van deze legislatuur goedgekeurd. Peter Vanderstuyf(Open Vld) : “Tijdens deze legislatuur hebben wij talrijke investeringen gedaan, zoals: nieuw zwembad, vernieuwen van voetpaden, vernieuwing Ronsesestraat en Hollebeekstraat, hondenlosloopweide, uitbreiden ambachtelijke zone, asfalteringen,… en ondanks al deze investeringen eindigen we in 2025 met autofinancieringsmarge (AFM) van 501.393 Euro. De AFM heeft immers aan hoe financieel gezond een gemeente is en deze moet van de hogere overheid sowieso positief zijn in 2025. In 2023 hadden we zelfs een AFM van 3,2 miljoen Euro !
Ik moet wel toegeven dat we twee moeilijke jaren hebben gekend en dit door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Door echter een strak en gezond financieel beleid te voeren, en dit zonder enige belastingverhoging, zijn we er als gemeentebestuur toch in geslaagd om Brakel financieel gezond te houden.
In de toekomst zal men echter een aantal investeringen toch moeten verschuiven naar 2028 -29 en dit omdat er een aantal noodzakelijke investeringen op ons afkomen. Zo worden de zijstraten van de Ronsesestraat en de Kasteeldreef volledig vernieuwd (2,7 miljoen Euro), renovatie sporthal (3 miljoen Euro), kerkfabrieken, noodzakelijke renovatie (o.a. verwijderen van asbest)van heel wat gemeentelijke gebouwen,…
Daarbij komt nog dat ongeveer een derde van de Brakelse bevolking ouder is dan 60 jaar en dus minder belastingen betaalt. De oplossing hiervoor is het aantrekken van jonge gezinnen die kapitaalkrachtiger zijn en die in Brakel ook alles vinden die ze nodig hebben. Het probleem is echter dat het aantal beschikbare bouwgronden enorm is gedaald en dat het ook geen optie is om de open ruimte aan te snijden, hetgeen trouwens decretaal onmogelijk is.
Een oplossing zou er in kunnen bestaan om een investeringsfonds op te richten die verouderde woningen binnen de woonkernen opkoopt en deze dan gaat vervangen door nieuwbouw. Waarna deze kunnen worden verkocht aan jonge gezinnen. Een tweede oplossing is bouwgronden die in watergevoelig gebied liggen en/of de open ruimte te veel storen, te schrappen als bouwgrond en dan ergens anders, bij voorkeur in de woonkernen, bouwgronden creëren. Uiteraard moet dit gebeuren in overleg met de eigenaars en zouden de getroffen eigenaars worden vergoed (planschade) en zouden degenen die plots bouwgrond krijgen planbaten moeten betalen.
Een andere oplossing zou misschien van de Vlaamse regering kunnen komen. Zo heb ik al uit de regeringsonderhandelingen kunnen opmaken dat men aan een eerlijkere verdeling van de financiële middelen van het gemeentefonds denkt. Het is immers onaanvaardbaar dat steden zoals Gent en Antwerpen 1600 Euro per inwoner ontvangen en wij slechts 250 Euro. Ook zou er sprake zijn dat Vlaanderen een deel van de pensioenlasten van de steden en gemeenten zou overnemen, maar ik vrees dat hier weeral de grote steden met het meeste geld zullen gaan lopen.
Kortom ondanks een gezond financieel Brakel zal men in de toekomst toch een aantal belangrijke beleidskeuzes moeten maken.”