‘Come on Boy, let’s Boogie’
Wat hebben wij genoten – en wij niet alleen – van de show van Bougie Boy op het podium Pastorieberg tijdens Bruisend Balegem. De opperbruiser Christ Meuleman zei het in zijn introductie nog grappend, hoeveel zweet gaat Bougie Boy achterlaten in Balegem? En inderdaad, veel zweet, ja. Liters zweet. De man is intussen 76, maar hij blijft podia beklimmen, zoals ook op Bruisend Balegem. Wat een energie! Meteen is het er boenk op. De man in kleurrijk hemd en korte broek omarmt meteen zijn publiek, brengt zijn eerste nummers nog op het podium, maar snel daalt hij neer en zoekt hij het publiek op. Ondertussen bleef zijn uitstekende band verder pompen en bleef het publiek zich vergapen aan het top entertainment van Boogie Boy. Blijft de longen uit zijn lijf zingen, snel zwetend, hijgend, krijgt hij het publiek in vervoering met sterke bluesnummers. Gans de avond is Boogie Boy niet te stoppen. Laat de microfoon swingen. De kunst om zijn publiek te kneden. Hij krijgt moeiteloos een deel van het publiek aan het dansen, mee te zingen, kortom hij blijft zich afsloven om iedereen uit de bol te krijgen, zijn handelsmerk. De interactie met het publiek is knap. Boogie Boy (schuilnaam van Paul Ambach) ademt muziek in alle poriën. Hij was sterk op dreef in Balegem. Een echt podiumbeest, soul, blues, dat is Boogie Boy ten voeten uit. Over één ding was iedereen het eens, impressionant hoeveel nummers Boogie Boy aan mekaar wist te rijgen. Bewonderenswaardig. Hij bleef het publiek trakteren op een wervelende show. Laat tussendoor ook een jonge knappe zangeres opdraven, die eveneens voor stevig vuurwerk zorgde. Een kolossaal muziekfeest was het op Bruisend Balegem, en Boogie Boy paste ook in het plaatje. Onmiskenbaar, Boogie Boy, een sfeermaker van formaat. Krolse kater van 76. Blakend van vertrouwen en met veel allure mat Boogie Boy de temperatuur die hij de hoogte injoeg. Liet het stomen, dampen, knetteren. ‘Come on Boy, let’s Boogie’. Echt een magische avond beleefd, dank je wel ‘Bruisend Balegem’. (marcel van de vijver, foto’s danny de lobelle).