Goeferdinge, 14/04/1017, column:
Paasochtend zonder partituur zingt een vogel lentekriebels
De feestdag van Pasen vindt zijn oorsprong in de Joodse godsdienst. De Christelijke godsdienst heeft Pasen en bijhorende feesten, o.a. Pinksteren, overgenomen omdat belangrijke data uit het leven van Christus, zoals beschreven in de Bijbel, met de Joodse feesten samenvielen. Terwijl Pasen voor de Joden de uittocht van het Joodse volk uit Egypte herdenkt ‘Pesah’, is Pasen voor de Christenen het feest van de verrijzenis. De data vallen echter niet samen. De berekening van Pasen was in de eerste eeuwen van het Christendom niet duidelijk.
Pas in de 8ste eeuw kwamen er algemene regels, gebaseerd op hetgeen in het jaar 325 op het Concilie van Nicea was voorgesteld. Een eenvoudige bekendmaking voor de paasregel is de volgende: Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente, maar indien de eerste volle maan van de lente op een zondag valt, wordt Pasen de volgende zondag gevierd.
Hierdoor kon Pasen vorig jaar op 26 maart vallen of zoals in het jaar 2000 op 23 april, maar niet vroeger dan 22 maart en niet later dan 25 april, dus altijd in de lente. Daardoor gaan we met Pasen ook de lente feestelijk vooropstellen. Tijdens het paasfeest vieren we de verrijzenis van Christus en gaan we er ook bloemen, jonge groene bladeren, eieren, jonge dieren, of met andere woorden er de lente en het nieuwe leven bij betrekken.
Stram trotseren bomen de winterwinden, maar onder hun schors jeuken dan al ‘Lentekriebels’! Onzichtbaar stuwen ze sap omhoog naar de zwangere bloemknoppen, die wilde bloementuilen baren aan het naakte hout. Eerst bloemen! Die zomerkroon van bladeren komt later wel! Eerst bloemen! Vertrouwde geurtjes tintelen terug in de koude winden, wolkjes stuifmeel poederen de momenten van blauwe lucht in volle verwachting van een zomer, die nog zo heel ver weg is. Zo hemels ver. Dwaal nu eerst door dat lenteland. Doe het dagelijks en begroet iedere dag nieuwe, oude vertrouwde vrienden. Ze zijn er weer, de winter is bedwongen! Miljoenen bloemen en katjes maken nu samen de keurigste lente, die ooit op aarde heeft geglansd. Waar rampen dreigen van vuil en van gif, daar is ook: het ‘Leven’.
Stralende onoverwinnelijkheid, bloeiende oerkracht in uitbundigheid van prille lentejeugd en met groeten van de bomen: ‘Een groet doet goed’ ook bij bomen. In hun harsige takken, zwiepende twijgen en machtige basten zitten drijfkrachten van yin en yang, het mannelijke en het vrouwelijke, het aardse, het hemelse, het goede het boze. Ja, ook bomen kunnen heel boos worden, een stille kracht uitzenden, voelbaar voor iedereen die van ze houdt. Maar ze kunnen ook positief gestemd raken door een groet, door aandacht, door respect voor hun ouderdom. Zelfs op schrale gronden en onder kwelling van zure regens reageren ze erop met leven en groeien en bloeien, iedere lente weer.
De yin, de yang, het katje en het kegeltje, de mannelijke en de vrouwelijke drijfkrachten van bomen springen uit en werpen zich in een roes van leven. Straks onder een waas van het allermooiste groen, dat de natuur rijk is en waar de mens van toen de winter begon, met allerhande vuren en dansen en andere rituelen zoals, visjesdrinken en speciale koeken of broden bakken, naar streefde.
Laat beste lezer(es) met Pasen de eitjes, al dan niet van chocolade, de paaskoeken en het paasbrood heerlijk smaken en wens zelfs aan de bomen en de bloemen “Een Vrolijk Pasen!”
Karel De Pelsemaeker
De paasweide
Op het middaguur in de
spot van zonnestralen
fladdert een wit-oranje vlinder
van klaverbloem naar madelief
twee lammetjes dartelen
over de weide heen en weer
en derde kwispelt gelaten en met
openstaande potjes zijn staartje
Karel De Pelsemaeker