Toria is pas getrouwd en komt haar vriendin Julia tegen. De vraagt hoe het geweest is op de huwelijksreis.
Toria slaakt een diepe zucht. “Julia, het was niet te doen. D’r in, d’r uit, op en neer, d’r in in en d’r uit, alweer op en neer,… en dat de ganse nacht, alle dagen van de reis.”
“Maar dat is toch niet menselijk!” kreunt Julia.
“Neejnt”, zegt Toria. “Als je ooit zou trouwen, neem dan op je huwelijksreis nooit een kamer naast de lift.”