Onze Sissen, ondertussen een kwieke tachtiger, komt met zijn jonge Toria, een frisse twintiger, aan de balie van een poepsjiek hotel. Hij is in zijn nopjes en zegt tegen de baliebediende : “Het is voor een kamer, want we zijn pas getrouwd.”
Bediende : “Meneer, komaan,… ik geloof er niets van. Dit is een deftig hotel en geen rendez-vous huis voor een snelle wip.”
Sissen zegt : “heleba ventje,… hier is ons trouwboekje. Kijk maar…”
Waarop de bediende begint te stamelen en zich excuseert: “Sorry meneer, dit is de grootse blunder uit mijn carrière. Ik zal het goed maken en jullie morgen persoonlijk het ontbijt aan tafel bedienen,… tegen 9u.”
Sissen neemt de sleutel aan en draait zich nog eens om: “Maak er 11u van, jongen,.. niet eerder!”
De volgende dag komt Sissen om 11u uit de lift gestapt. Zijn pak zit prima. Zijn klak heeft geen deukje. Hij zet zich alleen aan tafel en laat zich de bediening welgevallen.
Drie kwartier later komt freule Toria de lift uitgewaggeld. Haar haren lijken op een ontplofte hooibaal, haar kledij hangt nauwelijks nog aan mekaar. Ze strompelt tot aan de balie. De bediende helpt haar verder naar het restaurant en vraagt wat er gebeurd is.
Zucht Toria: “Ach,… ik heb me zo vergist. Voor we gingen trouwen zei hij dat hij zijn hele leven had gespaard,… en ik dacht dat het geld was.”