Interview, 19/05/2017 – Aaron Ooms gaat ook de moeilijke vragen niet uit de weg en geeft, met de nodig zin voor humor en relativering, gevat antwoord. Maak kennis met de man die de huurmarkt op stelten zette, het rechts-liberale beleid lik op stuk geeft en als luis in de pels van de eigen partij, de nodige bijtkracht heeft om als stem van de jongeren gehoord te worden. Een gesprek hebben we gehad, een muilpeer kunnen we krijgen. Dit is Aaron Ooms, puur en onversneden.
(foto’s, met dank aan Aaron Ooms)
De Beiaard : U weet op te vallen. Enkele maanden geleden beukte u nog in op de huurmarkt. U stelde voor om belastingen te heffen op huurinkomsten, gebaseerd op de werkelijke waarde van het pand. Uw tegenstanders noemden het een jaloezietaks. Sindsdien lijkt er weinig te bewegen. Wat blijft er over van dit voorstel en hoe kan extra belasting op huurinkomsten, een jong afgestudeerde helpen om die huur te betalen? Trouwens, wanneer eventuele meerinkomsten moeten dienen (zoals u pleitte) om de huurmarkt de nodige zuurstof te geven,… is dat geen nul-operatie waar bij de ene hand geeft wat de andere hand neemt minus de kosten voor administratie?
Aaron Ooms: Bedankt ;-). Al is het natuurlijk geen bedoeling op zich om op te vallen, wel om zonder een blad voor de mond te zeggen waar het op staat en durven vooruit te kijken. Dat is ook zo met ons voorstel rond de huurmarkt. Het nadeel van zo’n voorstel is dat hiervoor de geesten moeten rijpen, maar dat komt wel. Het is een bizarre situatie waarbij een euro geen euro is. Werk je dag in dag uit dan betaal je op iedere verdiende euro belastingen. Heb je 10 appartementen aan de kust die je verhuurt: dan moet je niet bijdragen. Dat klopt niet. Zeker niet als we tegelijk vaststellen dat huren steeds duurder aan het worden is. Daarom: vraag een bijdrage van die inkomens, net als van de rest. En gebruik dat om de huurmarkt open te beuken: een huursubsidie voor wie vandaag niet rond komt, maar evengoed een verhuursubsidie en een waarborgfonds. Eigenaars die hun woning onder de te hoge marktprijs verhuren krijgen zo de nodige steun als hun woning volledig in orde is, waardoor de prijzen op de markt zullen dalen. Tegelijk krijgen veel eigenaars een extra zekerheid: loopt er iets mis; dan is er de waarborg. Dat is voor de overheid een ‘nul-operatie’. Toch als je de overheid ziet als een machine die geld moet verdienen. Maar dat is ze niet: de overheid moet ingrijpen in de samenleving waar iets misloopt. De woningmarkt is daar een voorbeeld van. Degelijke huurwoningen aan een betaalbare prijs zijn steeds schaarser, en van een gelijkheid waarbij iedereen vrij kan zijn is geen sprake. Ingrijpen is dan een kerntaak van de overheid.
De Beiaard : Wat betekenen de Vlaamse Jongsocialisten vandaag, in een zowel
maatschappelijk als politiek, rechts-liberaal landschap?
Aaron Ooms : Ah bon? Hebben we een maatschappelijk als politiek rechts-liberaal landschap? Ik vind dat niet. Ieder protest zie je meer jongeren op straat, zoveel jongeren stampen een sociaal project uit de grond of gaan vol enthousiasme aan de slag. Links haalt vandaag in de peilingen meer dan ooit. En gelukkig maar. Want het rechts-liberale beleid bewijst vandaag niet enkel dat het onrechtvaardig en polariserend is, het werkt ook gewoon niet. De regering doet al maanden eigenlijk gewoon niks. Maar de vraag was natuurlijk wat wij als Jongsocialisten betekenen: dat is zelfs meer dan één iets. Gelukkig maar.
De Beiaard : ga verder, u bent in vorm.
Aaron Ooms : Eerst en vooral willen we duidelijk de stem vertegenwoordigen van jongeren: linkse, vooruitdenkende jongeren. Jongeren die veel vaker bezig zijn met bijvoorbeeld het klimaat en gelijkheid dan dat de politiek hiermee bezig is. Die boodschappen, die signalen proberen we als Jongsocialisten door te geven. In onze communicatie, met acties en met vernieuwende voorstellen. Ten tweede zijn we de luis in de pels van de partij, sommigen zouden zeggen het geweten, maar met dat geweten zit het bij sp.a wel goed, enkel moet er soms bijgestuurd worden als de waan van de dag het dreigt over te nemen, en dat doen we vol enthousiasme. Ten derde willen we jongeren vormen, tools aanreiken om zelf de politiek in te stappen of simpelweg sterker in hun schoenen te staan. We organiseren daarom debattrainingen en een wedstrijd, vormingen, debatten en ga zo maar door. Tot slot? Brengen we jongeren samen, die vaak hetzelfde denken maar daarover graag in debat gaan met elkaar.
De Beiaard : U bent al een paar jaar voorzitter van de VZW Jongsocialisten. Wat is het grootste wapenfeit onder uw leiding?
Aaron Ooms : Gezien we als beweging verschillende functies hebben zijn dat verschillende zaken. Al kan ik het bezwaarlijk wapenfeiten noemen: ik ben nogal pacifistisch, en eveneens zijn het niet mijn verwezenlijkingen maar die van een bende enthousiaste bestuursleden die onze beweging vorm geven.
Maar het eerste jaar hebben we gewerkt aan een manifest, ‘rood zonder remmen’: daarin hebben we een aantal duidelijk inhoudelijke lijnen uitgewerkt, van een verenigd onderwijsnet over een weg uit de NAVO naar een sterkere sociale zekerheid. We hebben onszelf en onze waarden inhoudelijk scherp gesteld. Met die lijnen blijven we nu op dezelfde nagels kloppen. Daarnaast zijn we er binnen sp.a in geslaagd om het vluchtelingendebat op een andere manier te voeren en het te sturen. Waar sp.a eerst zijn steun uitsprak over het Nederlandse plan Samsom hebben we dat kunnen aanpassen. Net zoals we zwaar druk hebben uitgeoefend op de decumul, wat al jaren ons standpunt was, en op de loonmatiging. Maar ik ben eigenlijk ook bijzonder trots op onze actie ‘Refugees Welcome’, die daarna ook door onze Europese Koepelorganisatie YES (Young European Socialists) werd overgenomen. Maar eigenlijk ben ik vooral tevreden dat we samen vooruit zijn gegaan: we groeien als beweging, onze inhoudelijke punten komen aan bod, zelfs in DIW, maar evengoed in het laatste nieuws, en we cre ëren waar nodig voldoende fuzz om het debat aan te zwengelen: denk maar aan ons Trump-toiletpapier.
De Beiaard : Jongeren en stemrecht?
Aaron Ooms : Stemrecht voor 16 en 17-jarigen is voor ons als jongerenbeweging heel belangrijk. Geef jongeren de stem die ze verdienen. Vanaf 16 jaar werken ze in studentenjobs, mogen ze een pintje drinken en kunnen ze voor de strafrechter komen. Geef ze dan ook de kans om over dat beleid mee te beslissen als ze dat willen. Laat ze proeven van de politiek, want ge ëngageerde burgers heb je nooit teveel.
De Beiaard : U bent nu een frisse dertiger? Wanneer is het tijd om de deur van de jeugdclub achter u dicht te trekken en met de grote jongens te gaan spelen? Met andere woorden: wat zijn uw plannen?
Aaron Ooms : Een frisse dertiger? Excuseer? Ik ben er bijzonder fier op nog steeds twintiger te zijn. Nee nee, dat is relatief: in augustus is dat voorbij. Dan loopt in december mijn mandaat af, en heb ik nog acht maanden om als lid mee te draaien, het zwarte gat te vermijden en uit te bollen, om dan verder te trekken. Waarheen zien we dan wel weer. Ik werk nu sinds 2 jaar full-time voor Caritas International en dat is bijzonder boeiend: sociaal werk met de voeten stevig op de grond. Ik leer nog steeds ontzettend bij. Daarnaast voer ik heel graag campagne voor waar ik in geloof; dus komt er ook op dat vlak opnieuw een heel boeiende periode aan. En laat dat misschien het beste bewijs zijn dat ik nog niet van plan ben om te verdwijnen. Daarvoor doe ik het te graag. I’ll be back, of ik blijf gewoon, dat is te zien hoe je het bekijkt.
De Beiaard : Enkele jaren geleden werd u, pas voorzitter, betrapt met een te hoog promille alcohol in het bloed. U zocht geen excuses en gaf ruiterlijk toe dat u een fout maakte. Dat siert een mens. Vanwaar komt die recht-toe-recht-aan houding, ook wanneer het moeilijk is?
Aaron Ooms : Dat moet ik denk ik op mijn ouders steken, maar tegelijk heb ik gemerkt dat dat ook het meest resultaat meegeeft: laat ons toch zeggen waar het op staat en dan het debat aangaan. Al is dat natuurlijk niet altijd eenvoudig. Voor de bijzonder zware fout die ik begaan had voor ik voorzitter werd verdiende ik een sanctie, die aanvaarden was het enige wat ik kon en van mezelf moest doen. Ik heb me daar heel lang heel schuldig over gevoeld. En terecht. Voor het beschamen van het vertrouwen van veel mensen maar evengoed omdat het echt not done is, echt verkeerd.
De Beiaard : Als jong ventje was u al druk in de weer met hulp aan behoeftigen en in 2016 trok u naar de Middellandse zee om het probleem van de vluchtelingen in beeld te brengen. Bent u een moderne priester Daens of een testosteronversie van Florence Nightingale? Wat drijft u tot dergelijk engagement?
Aaron Ooms: Brrrrrrr een vergelijking met zo’n figuren is wat schrikbarend: dan moet ik nog wel bijzonder grote voetstappen vullen. En priester worden zit er echt niet in. Verpleger heb ik wel ooit aan gedacht. Maar ik ben in ieder geval wel al sinds heel wat jaren ge ëngageerd. Hoe dat komt? Omdat ik absoluut niet tegen onrechtvaardigheid kan denk ik. Maar echt niet h é, ik kan daar niet bij dat we dat tolereren. Dat mensen niet naar de dokter gaan terwijl ze ziek zijn, omdat ze het niet kunnen betalen, dat is toch om van omver te vallen? Of dat mensen vluchten voor hun leven in de hoop van opvang te vinden in landen die zo rijk zijn als de zee diep is en dat we die mensen dan laten verdrinken; dat is toch te zot voor woorden? En dan kun je daarover babbelen, dat erg vinden, of gewoon iets doen. Daarbij komt nog dat ik niet goed kan stilzitten én graag in debat ga. Dan ben je snel vertrokken.
De Beiaard : U komt uit een intellectueel nest, waar cultuur nooit ver weg is. Wat dreef u naar de politiek, waar de zeden toch enigszins anders liggen dan in de wereld van de kunsten en de wetenschap?
Aaron Ooms : Ondanks dat mijn mama ooit voor Agalev in de lokale politiek zat en ze me volop steunen hopen mijn ouders nog soms, heel stilletjes, dat ik op een dag zou stoppen met politiek. Gewoon omdat het een bijzonder hard wereldje is met bitter weinig vrienden. Maar voor mij voelt het toch vaak als thuiskomen. Die paar vrienden die er wel zijn, daarmee heb je een heel bijzondere band. Ik werk doodgraag in de sociale sector, maar geef mij op iedere dag maar een goed debat, een stevige actie of een nieuw idee: dan voel ik dat ik leef.
De Beiaard : Wat bent u eerder : filosoof, viswijf of armworstelaar? Verkiest u de handdruk of de muilpeer?
Aaron Ooms : Een filosoof wil enkel denken, ik wil denken en doen. Een viswijf wil enkel babbelen, en vis verkopen: dat eerste doe ik graag, dat tweede kan ik niet, maar ik wil evengoed echt dingen verwezenlijken. Een armworstelaar: ja wat is dat eigenlijk? Iemand die doet wat moet: dan ja. Iemand die het doet om de macht: dan ben je me kwijt, de beste idee ën komen tot stand als je ze met veel mensen uitwerkt. Vandaar dat ik onmiddellijk de handdruk verkies. Al moet ik toegeven dat ik dat bij sommigen bijzonder moeilijk vindt. Extreem-rechts bijvoorbeeld, daar heb ik echt een degout van. Dat diepgaand racisme, daar krijg ik het koud van. Dat dit nu ook doordringt in de regeringen: dat maakt me strijdvaardig en krijg ik soms zin om een muilpeer te geven. Al heb ik dat nog nooit echt gedaan.
De Beiaard : Wie is Aaron Ooms als die niet bezig is met politiek? Welk leven is er überhaupt nog naast de politiek?
Aaron Ooms : Dat is simpel: dat is een papa die tot over zijn oren verliefd is op zijn dochter. Ze is nu drie jaar en het is echt zalig. Al heb ik zoals gezegd ook mijn job, in de sociale sector, en probeer ik toch af en toe een stapje in de wereld te zetten.
De Beiaard : Indien u zelf iemand zou mogen interviewen (ongeacht, levend of dood), wie zou dat zijn en waarom?
Aaron Ooms : Nelson Mandela. Zo’n leven, zovele ervaringen, zo veel moed. Dat is toch fantastisch.
De Beiaard : Indien dit uw allerlaatste kans was om nog iets te mee te geven, wat zou u zeggen?
Sluit dit interview, sta recht en ga naar buiten. Babbel met mensen, doe nieuwe dingen, en zeg hallo tegen iedereen die je tegenkomt. Kus meer mensen, lach vaker, en geniet ervan. We zouden simpelweg veel verder staan als we elkaar echt leren kennen en waarderen en iets vaker gewoon genieten. We zouden beseffen dat gelijkheid het altijd waard is om voor te vechten.
De Beiaard : Dat verdient een dikke kus.