Anny Bert : Naald en draad zijn altijd goed

anny-bert-columns2

Column, 19/05/2017 – Vivat de naald en de vingerhoed

Er was eens een vrouw.

Zoiets klinkt niet nieuw. Eeuwen geleden schreef Adam dat al in zijn dagboek en dan niet over zijn maîtresse.

Ze vulde haar vrije tijd met schilderen, stillevens, maar ook toiletten en koeienstallen waar het niet altijd zó stil is.

Tot ze plots de lokroep hoorde van naald en draad, beter nog, van Burda, een geschal dat klinkt als Burrr-da ! op de tonen van Le-o !  

 

Ze gaf toe aan de verleiding en liet zich inschrijven voor de avondles. Ze wilde stikken hoewel ze dat ook kon met een plastiekzak over het hoofd. Ze wilde zigzaggen hoewel ze dat ook kon met haar grasmachine.

Die eerste les zou voor haar al meteen de doorbraak betekenen naar zichzelf.

Ze was goed op tijd en stapte gemotiveerd het klaslokaal binnen. Ze kreeg net als de anderen dadelijk een bril en een helm. Toen ze zo met zijn allen rond de lintzaag moesten gaan staan, wist ze dat iets niet klopte. Ze had Burda volledig, maar dan ook volledig doorgenomen en daar was nergens sprake van een lintzaag. Zodra ze waren binnengestapt, vond ze het al vreemd daar enkel mannen aan te treffen, zes mannen. Maar, dacht ze, Dries Van Noten en Dirk Bikkembergs en Walter Van Beirendonck en Ralph Lauren en Louis Vuitton en Georgio Armani, ze had het lijstje vlekkeloos met nog meer namen kunnen aanvullen, waren toch ook wel allemaal mannen.

De leraar had hen welkom geheten, had hen geprezen om hun zin voor creativiteit en had gehoopt dat ze in dat 1e jaar die zin voor schoonheid zouden exploiteren.

Een jurkje, dacht ze, ik wil al direct een jurkje maken voor de babyborrel van het buurmeisje, nu bijna zwanger.

Ze schoof wat dichter bij Walter Van Beirendonck, een man met gladgeschoren kin en vroeg hem heel stil wanneer ze aan een jurkje gingen beginnen. De man lachte en schoof nog wat dichter, nu direct naast haar oor : “Dit is hier de cursus houtsnijkunst!”

Ze was vroeger thuis dan voorzien. Haar man wilde meer weten. Ik kan daar niets gaan doen, zei ze, ik leer het me zelf wel. Bovendien was het jaargeld vrij hoog en daarmee zou ze een stofje kopen, voor een jurkje misschien.

Wat ook gebeurde. Ze leerde stikken, vooruit maar ook achteruit voor zover het lapje dat toeliet. Ze leerde zigzaggen hoewel het aanvankelijk alleen zigzigzig deed.

Haar eerste werkjes waren eerder destructief want ze scheen wat te voelen voor verandering : van drie broeken van haar man maakte ze drie volwaardige bermuda’s. Haar jarenlange bewering dat hij niet stond met korte broeken, dat hij kalverknie ën had, boorde ze meteen zelf de grond in. Shakespeare was in haar naaihoekje plots alomtegenwoordig. To brook or not to brook, werd haar lijfspreuk. Haar eerste echte creatie volgde onder de vorm van, juist, een broek voor haar dochtertje.

Veel aanpassen ! had Dries Van Noten haar nog vlug toegefluisterd, net voor ze de lintzaag de rug toekeerde. Ze paste ’s morgens en ’s avonds aan, voor en na het eten, in bekoringen en in gevaren en soms was haar ijver groter dan haar voorzichtigheid. Als het arme kind een oerkreet loste, wist ze dat niet alle spelden weer in het doosje waren beland.

De broek werd een succes. Ze mocht zelfs een zegetocht afleggen, niet als een gladiator in een zegewagen maar met haar dochter op de fiets. Zo jong als die nog was, moest ze al in het levensonderhoud van het gezin voorzien want met haar tweewieler haalde ze brood en vlees en een grote pot choco, allemaal opgeborgen aan het stuur in een plastieken tasje. De aarde was toen nog zó warm niet…

Maar de chocopot rebelleerde en knalde tegen de stuurstang, de broek rebelleerde want één pijp ging een huwelijk aan met de fietsketting, de broeksnaad rebelleerde en schoot van de zoom tot het kruis, toen nog maar een kruisje, helemaal open.

Het kind arriveerde kokend van woede en schaamte bij de Koningin der Naaisters. Georgio Armani had haar die avond nochtans nog meegegeven : Cucire due volte. Maar ze verstond geen Italiaans. Als ze nu eens naar de avondles Italiaans ging ?

(Anny Bert)