Geen moskee in mijn achtertuin

Julien Borremans

Column Julien Borremans, 03/10/2017 –  Vorige week bevestigde de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen de beslissing van het Geraardsbergse schepencollege om de aanvraag voor een islamitische gebedsruimte te weigeren. Op de site aan de Ezelsberg is er een inplanting van flatgebouwen gepland. De inrichting van een moskee is niet opgenomen in het ruimtelijke uitvoeringsplan Reepstraat. Bijgevolg kan er ook geen toelating worden gegeven, aldus de offici ële versie.

Het beleg van Wenen

Aan de beslissing ging een hele discussie vooraf. Duizenden inwoners van de Oudenbergstad staken hun afkeer voor de mogelijke komst van een moskee niet onder stoelen of banken. Op de sociale media werd er een discussie in oorlogsstijl gevoerd. De afkeer is groot. De toename van de vrees gaat hand in hand met de toename van het aantal allochtonen in het stadsbeeld. Mensen huiveren bij de gedachte overspoeld te worden door een chaotische massa, die de Westerse beschaving onder de voet zal lopen. De mogelijke inplanting van een islamitische gebedsruimte aan de rand van het centrum zet dit beeld op scherp. Deze irrationele paniek zit diep geworteld en heeft historische gronden.
In 1683 stonden de islamitische Ottomanen aan de poorten van Wenen. Europa dreigde onder de voet te worden gelopen. De Poolse koning Jan Sobieski drong de Ottomanen terug. In de loop van de achttiende en negentiende eeuw zouden uiteindelijk de Oekraïne, de Krim en het grootste deel van de Balkan verloren gaan totdat het rijk in 1923 helemaal ten onder ging. Omdat de Osmanen een islamitisch volk waren, betekende dit dat ook de invloed van de islam in de eeuwen daarna afnam. De aanval op Wenen vormde een laatste opstoot van die godsdienst.

Het nare gevoel van overspoeld te worden door horden vluchtelingen is niet nieuw en krijgt nu en dan vast vorm. In 1973 bracht Jean Raspail zijn legendarisch boek ‘Le camp des saints’ uit. E én miljoen paupers vanuit Bengalen zetten op de Franse Riviera voet aan wal. De vluchtelingen zijn vreedzaam en worden door de intellectuele voorhoede met open armen ontvangen. Raspail stelt met het nodige cynisme de onmacht, meer zelfs, de onwil van de machtshebbers om adequaat tegen de ‘invasie’ op te treden aan de kaak. Actueler kan het niet. Rechtse partijen schieten als paddenstoelen uit de grond en lopen elkaar voor de voeten om de ‘invasie’ uit Afrika en het Midden-Oosten aan te klagen. De onmacht en de zwakte van de politieke machtshebbers drukt zich uit in de onwil, het onvermogen om de waarheid te zien, die zich voor hun ogen openbaart. Het boek van Jean Raspail werd doodgezwegen. Pas jaren later won het aan belang.

Soumission

Iemand die nog scherper en cynischer het beeld van de totale afglijding van Frankrijk naar een burgeroorlog in beeld brengt, is Michel Houellebecq. In zijn magistrale roman ‘Soumission’ barst er een gewapende strijd los tussen de rechtse ‘identitairen’ en de met vage moslimmilities geallieerde linkse ‘solidairen’.  Dankzij links komt de Moslim Broederschap aan de macht, die onmiddellijk de sharia invoert. Vanaf dan gaat het in Frankrijk een stuk beter. De criminaliteit en de torenhoge werkloosheid smelten als sneeuw voor de zon. Het beeld bij uitstek van de collaborerende, ruggengraatloze, hedonistische intellectuele en regerende kaste, vormt ongetwijfeld het hoofdpersonage. Uiteindelijk laat hij zich overtuigen om aan te sluiten bij de radicale moslimpartij en krijgt hij een aanstelling aan de universiteit… en daarbovenop nog drie vrouwen.

Houelebecq laat het niet na om de bodemloze morele leegte van de machtshebbers aan de kaak te stellen. Cultuurpessimisten nemen dit beeld graag over en onderstrepen daarbij de spirituele verpaupering van het Westen, waarbij een dominante godsdienst uit het oosten ruim de kans krijgt om dit vacuüm op te vullen. Dit soort uitgesproken nihilisme heeft een desastreuze uitwerking op de weerbaarheid van de westerse samenleving. De tegenstanders van de moskee verwijten de bestuurders een gebrek aan ruggengraat en vragen een kordaat optreden. De reacties waren niet alleen overweldigend, maar waren ook heel sterk afwijzend.

Dialoog beter dan oorlog

Tunnelvisie neemt het over van een wijds, panoramisch zicht. Heel wat allochtonen zijn hier geboren, hebben dus de Belgische nationaliteit. Vrijheid van godsdienstbeleving is een grondwettelijk recht. De islamitische geloofsgemeenschap mag een gebedsruimte inrichten. Wie daar aan tornt, zet zichzelf buiten spel.
Daarnaast werkt dit soort incidenten de segregatie verder in de hand. Gelovigen voelen zich afgewezen en sluiten zich van de maatschappij nog verder af. Een goede humus voor radicalisme. Als we pleiten voor een Europese islam — aangepast aan de context waar ze beleden wordt — dan dienen we met deze gemeenschap in dialoog te gaan, om ze een plaats te geven in onze samenleving. In Geraardsbergen wordt daar best dringend werk van gemaakt.

In een vorige bijdrage schreef ik dat het ruimtelijke uitvoeringsplan Reepstraat zware tekortkomingen vertoont. Het is niet denkbeeldig dat de Raad van State het ruimtelijk uitvoeringsplan verwerpt. Dan komt ook het argument te vervallen om de islamitische gebedsruimte te verbieden. Wat dan?

Julien Borremans