Karel De Pelsemaeker, 12/01/2018 – ‘Van de 17de te Zarlardinge tot de 14de te Deux- Acren is het het putje van de winter!’ Dit is een oud streekgezegde uit Zarlardinge en Overboelare. Ook over de taalgrens, in Deux-Acren, wordt dit gezegde in het Waals gebruikt om aan te duiden dat deze periode de hardste winterperiode is.
Deze uitdrukking is te verklaren omdat erop 17 januari in Zarlardinge (t’ Zoarlinge) Sint—Antonius wordt gevierd, en op 14 februari wordt er in Deux-Acren (t’ Oaker) in de Sint—Martinus kerk een speciale mis gevierd ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Deux — Acren.
Deze plechtigheden werden vroeger door bewoners vanuit de beide gemeenten druk bezocht. Aangezien beide parochiekerken, langs kerkwegen, toch een zevental kilometer van elkaar verwijderd liggen, hebben ze zich daarvoor dikwijls met hun beste winterkledij moeten induffelen, want tot in de jaren vijftig van vorige eeuw verplaatsten de meeste mensen zich nog te voet, per fiets of met een paardenkoets, auto’s waren toen nog buitengewoon.
De kermis die op 17 januari gevierd wordt rond Antonius-Abt trok, tot in de jaren zestig, veel volk. De mensen kwamen ernaartoe om een bedevaart te doen tegen stalziekten en varkenspest. Ook in Vloesberg, of in Flobecq, wordt op St-Antoine kermisgevierd. Ook daar gingen de mensen voor hetzelfde doel op bedevaart, tot rond 1965 op de dag zelf, nadien op de zondag die volgde op 17 januari. Nu wordt er in Flobecq met ‘Les Antoniades’ een heel weekend besteed aan Sint-Antonius-Abt. Of aan Hem die, op het marktplein aldaar, afgebeeld staat met een varken en een Tau-staf. Sint-Antonius-Abt, is diegene die vooral door de landbouwers aanbeden wordt. Het Tau-kruis of het Sint-Antoniuskruis: ‘De Tau’, is het embleem van de Orde van Sint-Antonius: de religieuze orde van Sint-Antonius, die ook de Antonietenorde wordt geheten. Sint-Antoon is patroon van wevers, slagers, suikerbakkers, mandenmakers, zwijnenhoeders, begrafenisondernemers, varkens, huisdieren, en ook de beschermheilige tegen de pest, het sint-antoniusvuur en andere veeziekten.
Zijn bijnaam ‘Antoontje met het varken’ ontstond in de Middeleeuwen. De Antonieten, een groep leden van de naar hem vernoemde verpleegorde, mochten hun varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de verpleging die zij verstrekten. Op17 januari werden deze varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen. Antonius-Abt wordt wel regelmatig eens verwisseld met Sint-Antonius van Padua, ook ‘Toontje van de verloren voorwerpen’ geheten. Antonius van Padua is steeds een zeer geliefde heilige geweest en werd vooral aanroepen om iets dierbaars terug te vinden. Er was een tijd dat St-Antonius in ieder huis steeds klaar stond, meestal op de schouw of kast, om iets dat verloren was terug te vinden. Hij wordt op 13 juni gevierd. St-Atoon van Padua is niet alleen de patroon in verloren zaken, hij is ook een toevlucht voor de armen, en een wonderbare mirakeldoener. Een In de kerk van het Oost-Vlaamse Stekene is aan hem een altaar gewijd en in Geraardsbergen in de Sint-Bartholomeuskerk staat ook een prachtig retabel dat voor St-Antonius van Padua is opgetrokken, waar mensen, omzeggens nog dagelijks komen bij bidden, en kaarsjes aansteken, om iets dat verloren is gegaan terug te vinden.
Ik herinner me vanuit mijn jeugd dat van, het gehucht Boureng in Deux-Acren, waar mijn grootouders woonden, bijna elk gezin op 17 januari naar Zarlardinge bij Sint-Antoontjen trok. Meestal was het in deze periode ook echt koud. Vandaar dat deze gemeenten het gezegde kennen: “Van de 17e te Zoarlinge tot de 14e te Oaker, dat es putjen van de winter!” Op 14 februari wordt in Deux-Acren onze Lieve-Vrouw ‘d’ Acren’ gevierd met een speciale misviering. Ook naar deze mis trekt, tot op vandaag nog, veel volk uit de omgevende parochies naartoe.
Gezien de enorme overvloed aan beelden en schilderijen in talloze plaatsen, is het toch wel raar dat er bijvoorbeeld over de grens in Frankrijk, via de media (of internet), weinig aandacht wordt gegeven aan festiviteiten rond Antonius-Abt. Er zijn er wel wat heilige missen, zegeningen van brood, processies, openbare verkopingen en maaltijden; maar zegeningen van vee, paarden of huisdieren, offerandes van varkenskoppen en optochten lijken er niet te zijn. Dit alles in tegenstelling tot Vlaanderen, Itali ë en Spanje. Vooral in de laatste twee landen heeft elk dorpje, een site met beelden en schilderijen van St-Antonius-Abt. Ook in bij onze provincieburen in Henegouwen houdt het niet op bij Flobecq. Ook in veel andere dorpen kennen ze Sint-Antoine, of Antoine le Grand die bij ons Sint-Antonius-Abt noemt.
Of we in 2018 nog het hardste van de winter moeten krijgen, na al het zachte winterweer dat we al kregen, blijft zeer de vraag?
Tot volgende week!
Karel De Pelsemaeker