Vervolgverhaal: Het leven van Sjareltje (deel 6/12)

0-2122

Nieuw te lezen op De Beiaard Online, het vervolgverhaal ‘Het leven van Sjareltje Van Gansberge’. Geschreven door Zottegemnaar Mike Vanderroost. Vandaag het zesde van twaalf delen.

Eerde delen gemist?  Klik op onderstaande links en je bent weer helemaal mee!

Deel 1/12  —  Deel 2/12  —  Deel 3/12  —  Deel 4/12  – Deel 5/12

Sjareltje’s pubertijd werd overschaduwd door een gebrek aan liefde en aandacht. Zijn moeder Josephine verloor langzaam de grip op haar eigen leven als gevolg van een opkomende alcoholverslaving, het zwarte beest van elke waard of waardin. Van de sterke en onafhankelijke vrouw die Josephine was in de beginjaren van Het Voorgeborchte bleef op de duur niets meer over. Het verval was onomkeerbaar. De bron van Sjareltje’s leven was uitgemond in een futloze en naar drank snakkende zak van vlees, bloed en bot. Sjareltje werd volwassen zonder baken, zonder houvast, zonder steun. Hij keerde zich steeds vaker in zichzelf en nestelde zich in de enige onaantastbare zekerheid die hij had: zijn fantasie. Terwijl zijn moeder zich druppelsgewijs naar de eeuwige jachtvelden dronk en haar caf é een verzamelplaats was geworden voor levende, onzindelijke biervaten, cre ëerde  Sjareltje in zijn hoofd een parallel universum zonder normen, waarden of grenzen. Alles kon en alles mocht in zijn verzonnen wereld, een wereld die leek op een aaneenschakeling van taferelen uit de surrealistische werken van Salvador Dali en R én é Magritte.  

Sjareltje was net geen zeventien toen hij op een brutale manier uit zijn absurdistische maar veilige cocon werd gesleurd. Hij trof zijn moeder dood aan in een grote plas bloed beneden aan de trap. Hoewel verdrietig, was hij ook opgelucht, opgelucht dat hij voor het eerst in zijn leven de rust kon opzoeken. Sjareltje was er van overtuigd dat hij die rust enkel maar zou kunnen vinden binnen de veilige muren van een psychiatrische instelling, dus vatte hij het plan op om zijn fantasiewereld te beleven in de echte wereld tot wanneer men hem zou interneren. Sjareltje begon zich bewust vreemd te gedragen op publieke plaatsen en kraamde onzin uit tegen iedereen die hij tegenkwam. Het orgelpunt van zijn plan speelde zich af tijdens een drukke winkeldag in het dorp, op een bank aan de rand van de marktplaats. Eerder die dag had Sjareltje het langharig hondje van de buren gestolen en was hij bij de slager langs geweest.

“Dag Sjareltje, waarmee kan ik jou vandaag helpen, jongeman?” vroeg de slager.

“Voor mij vijfhonderd gram am éricain pr épar é, alstublief…of neen, geef mij maar een halve kilo.” antwoordde Sjareltje.

“Dat is toch hetzelfde? En is dat niet het hondje van jouw buren?” vroeg de slager.

“Stoep! Zebrastrepen! Trottoir! Waar? Daar! Klaar! Start! Zie ze gaan dames en heren! In een mooie draf! Sierlijk en elegant! Waar? Daar! Klaar!” riep Sjareltje terwijl hij hevig schudde met zijn hoofd. De slager probeerde te doen alsof er niets aan de hand was en haastte zich met Sjareltje’s bestelling.

Een wijl later later verliet Sjareltje de slager, met in zijn ene hand de leiband van het hondje van de buren en in zijn andere hand een plastieken zak met daarin een halve kilo am éricain pr épar é.

“Vijfhonderd gram” fluisterde Sjareltje plots in mijn oor. Ik schrikte op. Sjareltje’s fantasiewereld was amper nog onder controle te houden en dreigde elke werkelijkheid, fictief of non-fictief, te overspoelen, de mijne incluus.

“Waar moei jij je eigenlijk mee? Je bestaat niet eens!” riep ik.

“Jij hebt mij geschapen, dus als ik niet besta, dan besta jij ook niet,” reageerde Sjareltje bitsig.

“OK, je hebt misschien wel gelijk. Kunnen we dan nu verder met het verhaal?” vroeg ik.

Sjareltje knikte en begaf zich gedwee naar de marktplaats van het dorp. In het zicht van alle voorbijgangers smeerde Sjareltje het hondje in met een halve kilo am éricain prepar é. Hij deed dit met een knedende beweging, zodat de heerlijke vleesbereiding goed in de vacht van het hondje kon dringen.

“Mike? Moet dit echt?” vroeg Sjareltje.

“Wil je rust of niet?” antwoordde ik.

Sjareltje knikte opnieuw.

Op de marktplaats bleven de mensen stilstaan om Sjareltje’s exploot te aanschouwen. In een mum van tijd ontstond er een mensenmassa rondom hem. Het hondje kwispelde dat het een aard had en probeerde aan zijn eigen vacht te likken, verlekkerd als het was op am éricain pr épar é. Sjareltje was het hondje evenwel voor en zoog met zijn mond het vlees van tussen de lange haren. Geroezemoes en geluiden van walging, afgrijzen en kokhalzen stegen op van de marktplaats. Het duurde niet lang tot wanneer de politie ter plaatse kwam om Sjareltje en het hondje in te rekenen. Het hondje werd meteen teruggebracht naar zijn ongeruste baasjes. Sjareltje bracht eerst enkele dagen in een gevangeniscel door en werd daarna overgebracht naar de psychiatrische instelling waar hij zo hard naar verlangde. Eindelijk rust.