Anny Bert: Aandacht Aandacht!

Anny Bert, 20/04/2018 –  Luister als je in de wachtzaal van de tandarts zit. Laat voor één keer die smartphone ongemoeid maar luister naar die gratis bloemlezing naast en voor jou.

Luister en denk er het jouwe van.

“Ik ben geen racist h é…”

En dan, dàn moet je heel goed luisteren naar het volgend woordje. Maar !

Dan vergeet je plots de snerpende pijn in de aula van je spraakorgaan en kan je horen welke lawine aan klachten en aantijgingen en verzuchtingen en fantasie ën de wachtzaal binnenstroomt. Dat gaat over een Vlaamse versie van de Trumpiaanse Muur dwars door Bevegem om zo nog meer instroom van vreemdelingen tegen te gaan,  tot verplichte repatri ëringen dankzij vrije plaatsen bij Ryanair. Zelfs de hoge kostprijs van blokjes op de tanden van zijn of haar kind komt met die waterval naar binnen. Het zijn maar idee ën maar zonder racistische ondertoon.

Heb je al ooit iemand horen zeggen :

Ik ben geen humorist h é maar ik lach me een breuk met Gaston en Leo ? Voor dergelijke breuken zijn bij CM echter geen tussenkomsten voorzien.

En wat gedacht als je aan de bushalte, dat is daar waar je de vierwieler neemt en waar men je door velden en langs mesthopen vaak het gevoel geeft dat je in Spa-Francorchamps beland bent, als je daar dus een onbekende hoort beweren :

Ik ben geen narcist hoor maar ik schiet het best op met mezelf, vind mezelf buitenmaats geslaagd en knap…

Zou je het normaal vinden als je een gesprek volgt tussen de smoeltaarten en de krentenbroden bij de bakker :

Ik ben geen exhibitionist maar ik heb me wel een nieuwe regenjas gekocht, met velcrosluiting, om vlugger te kunnen openen.

Er klopt iets niet, hoor ik je zeggen. Vind ik ook.

Luister in de trein ! Hou wel je Metrokrantje of je Laatste Nieuws opengeplooid vóór jou maar lees er niet in. Er staan toch maar enkel nare berichten in : Facebook is gevaarlijk, elke seconde worden 3 kippen geslacht, de parkeertoren komt er niet in Zottegem. Maar volg undercover het gesprek tussen twee dames, rijpere dames, noem ze keurfruit.

Je ontdekt vlug dat het om een toevallige ontmoeting gaat, een conf érence en een cox orange want een van hen zegt al meteen dat ze Marie-Jeanne heet, waar en hoe ze woont en  legt  al dadelijk haar burgerlijke stand bloot.

De andere heet Ida en het zal haar vlug berouwen dat ze zich niet voorstelde als Anonymus want voor, in en achter elke zin weerklinkt haar naam.

Nee, leg die krant niet neer ! Nu wordt het pas echt het volgen waard.

De cox orange vertelt dat ze op weg is naar het ziekenhuis, naar haar vriendin die een nieuwe heup kreeg. Verjaardagscadeau ? Relatiegeschenk ?

Och, Ida, ik mag toch wel Ida zeggen h é ? Ikzelf heb er twee en …

Laat je krant waar ze is en reageer vooral niet op een Peumanstoon “Nee, dat mag je niet!” Zeg zeker niet vanachter het regionaal nieuws dat jijzelf er drie hebt. Dat gelooft peer noch appel !

Wacht gewoon af want de onvermijdelijke en-ik-danfase moet nog komen.

Ik heb heel veel last van mijn rug.

En ik dan !

Moet je ook regelmatig naar de dagkliniek om een epidurale ?

Dat nu ook weer niet.

En wat neem je als medicatie ?

Niets.

Of zou je die krant beter toch niet laten zakken en je in het gesprek gooien, een driemanszaak, en vertellen, roepen, schreeuwen “En ik dan” ? Zou je hen niet overtroeven en hun toevertrouwen dat je ooit een directrice had, een bruid van God, die je koortscurve pijlsnel de hoogte inschoot toen je haar telefonisch op de hoogte bracht van je keelontsteking, je hernia, je tendinitis calcarea. Dat je ondanks de koortspiek en de kanaaltjes zweet over je rug het antwoord aan de andere kant van de lijn kende : En ik dan ? Dat je enkel bij de melding een miskraam te hebben, een roomse stilte kon verwachten..

Je gaat weer zitten en je geeft aan beiden een stuk van je krant. De treincoup é vult zich met stilte.