Het raam staat open op een overdosis zomer in mei. Zuivere, ongerepte lucht stroomt naar binnen, van een zuiverheid die de CurieuzeNeuzen op hun meetapparatuur niet eens kunnen registreren. Merel en mees, leeuwerik en lijster organiseren hun eigen Flemish Ardennes’ Got Talent. Het is een zalige mix tussen stilte en a capella.
Maar plots komt er een barst in die stilte. Hulpgeroep ? Gejank ? Protestkreten ? Pijnscheuten ? Gerochel ? Gegorgel ? want er zit wel variatie in en toch is er eenheid : gruwel.
Nog gauw verbouwingswerken laten uitvoeren om mijn raam te verkleinen, zit er niet in. Ik moet het doen met het aanbod aan afschuwelijke geluiden. Voor het tuinhuis, onder de treurwilg, staat één grote treurnis : mijn buurmeisje. Ze zingt, want wat ze voortbrengt, noemt zij zingen.
Ze is 18 en ze zit vol ambitie, maar dan ook boordevol want er is ruimte zat. Toen we het over de buxushaag heen, een haag die toen nog in goeie doen was, eens over haar “ambitie” hadden, dacht ik meteen aan een politieke loopbaan. Ik dacht aan een milieupartij want ze heeft alvast reeds de rondingen van Meyrem Almaci. 18 Jaar oud en al zoveel politiek engagement ? Nee!
Toen de opa echter enkele dagen later mijn verlengkabel terugbracht, viel het me op dat zÃjn hoofd veel gelijkenis vertoonde met het kopje van háár poedel en dat hij rood gelakte nageltjes had. Of de man ook getrimde haartjes op de benen had, kon ik niet zien. Ze ambieerde waarschijnlijk een eigen zaak, een hondentoilettage, en dan moet je eerst veel oefenen. De opa liep daar toch maar rond met verlengkabels.
Nu staat ze voor het tuinhuis onder de treurwilg en zingt. In het tuinhuis staan geluidsversterkers, achtergelaten door de scouts na hun kampvuur in Stuivekenskerke en de doortocht van de politie wegens nachtlawaai.
Nog maar goed dat opa de verlengkabel terugbracht want anders dreunden nu misschien de boxen van Tomorrowland in het midden van haar tuin, direct naast een spuitende Diana in gips. Merel en mees hebben aangevoeld dat hun slaagkansen tegenover zoveel decibels onbestaande zijn. Ze zwijgen. De ambitie roert zich.
Eerst meen in Beyonc é, in gezwollen versie dan, te herkennen want ze schreeuwt iets van Shave the Hero, helaas niet Save the Hero. Zouden de tanden van Shakespeare w él mooi op een rijtje hebben gestaan toen hij het Engels uitvond ?
Maar even later denk ik dat Jan Jaap van der Wal een blitzbezoek aan de buurt en aan het tuinhuis brengt. De meituin vult zich met nummers als Shweet Dreams en Shingle Ladiesh.
Ik hoor niet enkel, ik zie ook. Ik zie een duplikaat, made in Israel met de platenkast van Beyonc é en de sisklank van Jan Jaap van der Wal. Ze heeft het hekje van de kippenren wagenwijd opengezet en laat zich omringen door het kakelende echt Brakelse ras. Nee, zeg, niet het geslacht De Croo of Marijn Devalck ! Die hebben wel wat beters te doen dan de omkadering te spelen van een tweederangs eurovisiester : de kopie Netta
Haar mollige knietjes begroeten het daglicht na jarenlang in een broekspijp geperst te hebben gezeten. Dag, daglicht ! Haar wijde rok is een veelkleurige herinnering aan een schlagerfestival waarop haar vader ooit Gretchen in Tirol was. Hij werd de winnaar en terecht : de man had 148 kg in een dirndl gewurmd.
Ze heeft haar exclusieve oorverwarmers, made in Siberia, opgezet maar ze heeft wel geprobeerd stijlvol haar lokken
erover te spannen. Operatie gedeeltelijk geslaagd !
Haar decollet é is diep en haar Almaci-ornamenten begroeten de hele wereld, nog verder dan Isra ël zelfs : Dag deur van het tuinhuis ! Dag geraniums in het wijnvat ! Dag kippen met vrije uitloop !
Ik sluit voorzichtig het raam, bang als ik ben zoveel talent te ondermijnen met mijn blikken. Ik heb zin om luidkeels te roepen : Weg met Eurosong ! Weg met Isra ël ! maar dan bega ik misschien de kapitale fout dat haar opa over de haag klautert, zonder verlengkabel maar met een stel soepele benen. Dan loop ik het risico dat hij komaf maakt met mijn bloemenperkjes vol campanula en begonia, vlijtige liesjes en afrikaantjes en mijn tuin tot zijn persoonlijke Gazastrook omvormt.
Wat ik dan wel doe ? Ik schrijf een brief naar Andre Vermeulen. Hopelijk geeft hij me niet die ene goede raad : verhuizen.