Afgelopen zaterdag stonden 32 junioren aan de start van de 9de grote prijs schepen Marleen Verdonck . Een wielerwedstrijd georganiseerd door Cyclo Moortsele over 87 km, verdeeld over 12 ronden.
Er was heel wat kwaliteit aan de start. Onder de deelnemers o.a. Fabio Van Den Bossche, de dubbele Europese kampioen (ploegkoers en omnium) van het afgelopen EK baanwielrennen in het Zwitsers Aigle. Na 1 ronde wedstrijd had Thomas Martens uit Kaprijke al een kleine voorsprong bij elkaar gefietst. Bij het ingaan van de vierde ronde kwam hij echter in een bocht ten val en kregen we opnieuw een compleet peleton over de aankomstlijn. Een ronde later probeerden 6 renners zich af te scheiden van de rest, maar ook zij waren er aan voor de moeite. Halfweg koers kwam dan toch de goede ontsnapping tot stand. Ernest Van Daele, Willem Malfait, Victor Deraedt, Yentl Vandevelde, Lars Lievens, de Nederlander Arjan Poleij, Simon De Graeve, Fabio Van Den Bossche en Jef Meyvis sloegen de handen in elkaar en fietsen al vlug een boni van 45 seconden bij elkaar. Thomas Martens en Jente Van Dun probeerde in de achtervolging nog iets te ondernemen en kwamen tot op 20 sec van de leiders. Maar de kloof volledig dichten zat er niet meer in. De negen leiders konden hun voorsprong de volgende ronden nog meer uitbouwen op de achtervolgers. Bij het ingaan van de allerlaatste ronde lag het achtervolgende peleton volledig uit elkaar. Bij de leiders kon niemand nog wegrijden en zo kregen we een spurt met negen. Daarin toonde de Nederlander Poleij zich duidelijk de snelste voor Yentl Vandevelde en Fabio Van Den Bossche. Op bijna twee minuten van dit negental kon de Brit Tom Dussek nog de tiende plaats bemachtigen als eerste van een totaal verbrokkeld peleton. (Erwin De Clercq – foto’s DDL)
Uitslag:
- POLEIJ ARJAN
- VANDEVELDE YENTL
- VAN DEN BOSSCHE FABIO
- LIEVENS LARS
- DERAEDT VICTOR
- MEYVIS JEF
- VAN DAELE ERNEST
- DE GRAEVE SIMON
- MALFAIT WILLEM
- DUSSEK TOM op 1’50”
- VAN DUN JENTE
- MARTENS THOMAS
- DE FEYTER JONAS
- VAN DURME MICHIEL
- VERMEIR RONAN op 2’30”