En, zei de psychiater, vertel eens kort : waarvoor heb je angst ?
Ik veerde recht van zijn sofa en maakte aanstalten om op te stappen.
Olala ! zei de man want goeie, echt goeie psychiaters beginnen steeds met olala. Voor een zielknijper die begint met amai moet je je hoeden, zeker als hij een deukhoed draagt en een fluwelen cape en je af en toe ch érie noemt.
Ik keer terug maar dan voor de volle 14 dagen, zei ik.
Als ik ooit voor twee weken bij hem intrek, vertel ik hem alleszins dat het al van in de wieg begon, dat ik met veel liefde en sloten moedermelk maar ook met de gouden raad ben grootgebracht : Pas toch op !
Op dag 1 al vertel ik vanop de psychiatrische sofa dat het genetisch bepaald is, van vaderszijde toch. Ik vertel hem in geuren en kleuren wat mijn moeder mij in dezelfde geuren en kleuren tientallen keren liet horen : hoe mijn vader in de tweede wereldoorlog op de rand van het heldendom belandde. De grens tussen heldendom en angst was echter een zeer dun lijntje, een krijtlijntje met oorlogskrijtjes uit Bazar St.Jozef. Toen er op een winteravond luid op de poort werd gebonkt omdat er ondanks de verduisteringsplicht toch licht brandde, vroeg mijn vader : “Wie is daar ?”met overslaande hoge stem. Hij had plots vergeten dat hij met zijn basstem nochtans het mannenzangkoor overeind hield, de “choeurs”.
Mee-de-champetter ! klonk het en die dreigde meteen met een zware boete als het niet direct pikdonker werd in zijn opslagplaats. Zijn knie ën speelden het slagwerk maar ze hielpen hem toch in 3 stappen tot bij de schakelaar, een witporseleinen tuimelschakelaar, met een kleine witte knop als een tic tacje. Amper terug in de woonkamer bij de Engelse radio herhaalde zich het gebonk. Zijn knie ën speelden nu een harpsonate want daar voor hem stond niet één Mee-de-champetter maar stonden drie onbekende Mees. Hij had 2 minuten de tijd om te zorgen dat het duister was, anders… Hij moet een visioen hebbendoorgekregen van folteringen en executies, onthoofdingen en vierendelen want in minder dan 1 minuut was het licht gedoofd. Dit keer trok hij de wacht op bij de schakelaar, wel met aan zijn linkerhand ons moemoe en een knijpkat in de rechterhand. Even later sprong Dolfje, onze jongste kat, op de schab naast de schakelaar en speelde tictacje op en tictacje neer. Zo leerden ze al vroeg dat je niet genoeg kan opletten met oorlogen en met Dolfjes.
Nog in diezelfde eerste week vertel ik de psychiater over mijn angst voor onweders. Ik vertrouw hem toe dat Buienradar mijn meest intieme vriend is geworden. Ik vertel hem hoe ik, herstellende van een splinternieuwe heup, een oude zou al te gek zijn en olala uitlokken, een eerste korte wandeling maakte. Het lukte aardig. Een wandeling door het Breiveldse bos was zelfs nog beter dan hang- en rek- en roeioefeningen bij een kinesist. Maar eenmaal bij de vijvers hoorde ik wat, geen jager, ook geen wolf of een Roodkapje maar een gerommel in de verte. Onweer !!! Red Bull geeft je vleugels maar een dreigend onweer maakte van mij een tweedekker. Ik scheerde als bezeten over boomstronken en door plassen, vergat de recente aanschaf van nieuwe wisselstukken en stond buiten adem voor mijn deur. Op datzelfde ogenblik verlichtte de eerste heldere flits de buurt. Pas toen ik in mijn zetel zat uit te blazen, realiseerde ik me dat ik voor een nieuw onderdeel van de revalidatie na een heupoperatie had gezorgd : hardlopen bij onweer.
Voor de tweede week spaar ik hem het verhaal op over mijn angst voor spinnen. Ik mag me dit keer
comfortabeler op zijn sofa nestelen, verkneukelen zelfs want ik weet dat ik een immense achterban heb. Ook genetisch bepaald ? Misschien ben ik in een vorig leven verkoold door een blikseminslag net toen men de leeuwen op mij en andere christenen ging loslaten en de grendel van de kooien even dienst weigerde.
Arachnofoben aller landen verenig u ! Spidermanpakje is niet verplicht !
Laat hij voor één keer zijn olala achterwege omdat de spin in de hitlijsten van de angstenprijkt, dan overtuig ik hem met een recent gebeuren, een onaangenaam treffen zeg maar, daar bij de TV.
Uit het niets was ze er, op de witsteen, een moeder-abdis van een klooster met een zware biersoort als uithangbord. Ze bezorgde me meteen een dilemma : mep ik ze tot moes en maak ik van mijn witsteen met één dreun zwartsteen ? Laat ik ze langs mij voorbijlopen, zomaar langs mijn zetel ? Moet ik “goeieavond” zeggen, klappertandend, of haar straal negeren ? Maar als ze dan toenadering zoekt via mijn benen… Een spuitbus ! flitste het door mijn deels verlamd brein maar dergelijke moordtuigen horen niet thuis bij iemand die het milieu koestert. De liquidatie mo ést nochtans spuitend gebeuren. Voor haarlak moest ik naar boven en tegen de tijd dat ik terug was, zat ze misschien al in de zetel naar de film te kijken. Parfum ! Met de blik op de spin gericht graaide ik in mijn kast, nam er zonder kijken een flesje parfum uit en spoot, spoot pal tussen haar ogen. Ze moest contactlenzen gedragen hebben want ze vond de weg terug naar haar punt van vertrek. Wat nu ? Mijn woonkamer geurde naar Ici Paris XL en in mijn hand knelde ik het flesje. Ironischer kon niet : J’adore. Het had net zo goed La Vie est belle kunnen zijn.
Toen Meryl Streep later op de avond een keuze moest maken tussen haar gezin en Clint Eastwood als bruggenfotograaf, was ze er weer. Ik verontschuldigde me kort bij Meryl en bij Clint en knalde ze in een duikvlucht met mijn schoen neer. Mijn hak hield stand, de spin niet.
Ik zal na mijn verhaal rechtop gaan zitten op de sofa en wachten op zijn olala. Zegt hij niets, dan ga ik op een andere sofa liggen, bij iemand die me ernstig neemt en amai lispelt. Misschien geef ikzelf aan hem dan het adres van een goeie logopedist.