De natuurverenigingen van Brakel stelde een positioneringsdocument samen naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018.
Dit document werd samengesteld door de 3 natuurverenigingen van Brakel, de Natuurpunt-afdelingen Kern Rondom Burreken, Everbeekse Bossen en Zwalmvallei. Het formuleert een standpunt en doelstellingen rond een aantal actuele punten die belangrijk zijn voor milieu en natuur en waarin het gemeentelijk beleid een grote impact heeft.
Het natuurmemorandum
1- Opvolgplicht van heraanplanting na rooien van houtige KLE’s
Aanhoudend verdwijnen houtige kleine landschapselementen zoals (knot)bomenrijen, houtkanten, heggen en hagen evenals hoogstamboomgaarden, solitaire bomen en veldbosjes. Ook wanneer hiervoor kapvergunningen worden afgeleverd die heraanplanting verplichten, worden deze vaak niet of ondeskundig uitgevoerd. Dat komt omdat een controle achteraf uitblijft of vergeten wordt.
Verwacht wordt dat de gemeente een inventaris opmaakt van (bestaande en/of verdwenen) KLE’s en een register bijhoudt van alle kapaanvragen en proces-verbalen van onvergunde kappingen waarin nauwgezet wordt opgevolgd wanneer welke vergunningsplichtige handelingen worden gesteld. Dit gaat gepaard met een eerste controle op het terrein nadat de termijn voor heraanplanting verlopen is en een tweede controle drie jaar na de eerste controlebeurt om na te gaan of de heraanplanting een blijvend karakter heeft. Kapvergunningen mogen daarnaast enkel afgeleverd worden wanneer daarvoor een afdoende reden bestaat.
2- Vergroening van woonkernen
De effecten van klimaatverandering manifesteren zich het sterkst in verstedelijkt gebied – ook in landelijk gebied. Tegelijk is er de toenemende behoefte aan groen in de onmiddellijke omgeving van de woonplaats. Omdat landelijke gebieden op zich reeds groen omkaderd zijn, wordt weinig aandacht geschonken aan de vergroening van dorpskernen, wijken en gehuchten. Meer en meer dier- en plantensoorten verdwijnen uit onze bebouwde omgeving en de aandacht voor (oude en nieuwe) individuele groenelementen (bv. monumentale en symbolische bomen) – aansluitend op onze directe leef- en werkomgeving – verslapt. Aan mogelijke effecten op onze omgevingskwaliteit wordt nog teveel voorbijgegaan.
Gepleit wordt voor een (verdere) vergroening van de gemeente, waarbij ecologische meerwaarden en een landschappelijk geïntegreerde aanpak worden nagestreefd. Dat betekent dat er naast het esthetisch aspect van vergroening ook een afstemming gebeurt op het landschappelijk kader en dat er volwaardige habitats voor planten en dieren binnen en aansluitend op het stedelijk gebied worden gerealiseerd. Dat kan door o.m. in een natuurlijke en gevarieerde groenaanleg te voorzien, gevelbegroening, ontharding t.b.v. groenaanleg, aanplant van toekomstbomen, inrichting van groenhoeken, ecologisch bermbeheer en kunstmatige nestvoorzieningen voor gebouwbewonende diersoorten. Vergroeningen die gepaard gaan met vergunningsplichtige bouwwerken, zoals schermgroen, heraanplanting en herbebossing kunnen mits de nodige voorschriften een ecologische en landschappelijke meerwaarde krijgen.
3- Structurele ondersteuning van natuur- en milieuverenigingen
Gemeentelijk georganiseerde, streekgebonden natuur- en milieuverenigingen spelen een vooraanstaande rol in de uitvoering van het Vlaamse natuur-, milieu- en landschapsbeleid op lokaal niveau. Dat gebeurt met de inzet van vele vrijwilligers. Anders dan veel andere lokale verenigingen dienen de natuur- en milieuverenigingen rechtstreeks en geheel het maatschappelijk belang. Een aantal zaken overstijgt echter de mogelijkheden van een plaatselijke afdeling; een op natuur, milieu en landschap gericht gemeentelijk beleid zou initiatieven financieel, materieel en logistiek dienen te ondersteunen. Dat geldt in het bijzonder voor de aankoop en het beheer van natuurgebieden maar evenzeer voor gronden die dienen voor bebossingen die andere maatschappelijke belangen dienen (bv. geboortebos). De middelen die Vlaanderen daarvoor beschikbaar stelt, voldoen immers niet om de vooropgestelde doelen te behalen. Daarnaast wordt het steeds moeilijker om nog mooie natuurplekjes buiten de huidige reservaatsperimeters aan te kopen en/of te beheren. Zo bestaat een groot risico dat de zogenaamde stapstenen voor natuur verdwijnen. De huidige inspanningen van de gemeente worden gewaardeerd, maar wij vinden dat er nog meer samenwerking en ondersteuning mogelijk is. De toekomstige samenwerking dient op een structurele en duurzame wijze te verlopen.
4- Gebruik van pesticiden
In het landelijk gebied is het al enkele decennia verboden om pesticiden te gebruiken op bermen en oevers. Sinds 2015 geldt dit verbod overal. Terwijl de overheid zich wel aan haar eigen regels houdt, treden particulieren vaak hun boekje te buiten en sproeien zelf stroken van bermen en oevers dood. Sinds 19 juli 2017 is het voor particulieren zelfs helemaal verboden nog pesticiden met glyfosaat te gebruiken. In de praktijk slaat dit verbod op zowat alle klassieke onkruidverdelgers. In dit verband vragen we dat hierrond een herhaalde voorlichting aan de burgers wordt gegeven, en zo nodig ook consequent wordt opgetreden tegen overtreders.
Het kan niet de bedoeling zijn dat burgers een rol moeten opnemen in de handhaving door overtredingen te melden. Vanuit de gemeente moet hierrond proactief worden gewerkt en betaamt het niet een afwachtende houding aan te nemen. Aldus moet een klimaat tot stand worden gebracht waarin sociale controle automatisch een steeds belangrijkere rol speelt. Sociale aanvaarding en politieke ontzenuwing van het totaalverbod op pesticidengebruik door particulieren wordt als korte-termijndoel geambieerd.
5- Wegbermbeheer
Brakel is een landelijke gemeente met vele kilometers wegberm. Deze bermen hebben vaak een niet onbelangrijke natuurwaarde, of kunnen deze ontwikkelen met een gepast beheer. Het Bermbesluit van 1984 legt een aantal beheerregels vast in relatie tot deze natuurwaarden. Die globale regels bieden een bruikbare passe-partout voor heel wat situaties. Toch kan een fijnregeling van het beheer — maaitijdstippen en aantal maaibeurten — de natuurwaarden in sommige gevallen optimaliseren. De gemeente Brakel was hierbij een voortrekker om in te gaan op het aanbod vanwege de provincie om een op maat gemaakt bermbeheerplan te bestellen.
Deze lovenswaardige aanpak van het bermbeheer vanuit de milieu-invalshoek wordt toegejuicht. De relatie met het uitgevoerde technisch beheer van diezelfde bermen is echter onbegrijpelijk. Zo worden ’s winters de bermgrachten dermate uitgefreesd, dat de vegetatiezode grotendeels vernield wordt en de hele berm onder het slijk terecht komt. Vaak valt een deel van de losgewoelde grond reeds binnen de paar weken met dikke klonters opnieuw gewoon in de greppel, om dan vervolgens weg te spoelen en elders verstoppingen te veroorzaken. Op andere plaatsen wordt zwaar met de kraan gewerkt, en wordt de berm bedolven onder een dikke laag baggerspecie, of wordt, omgekeerd, de hele zode weggeschraapt.
Uiteraard staat de noodzaak voor een degelijk waterbeheer buiten discussie. Maar de huidige aanpak kan dit geenszins garanderen, terwijl tegelijk elk natuurgericht bermbeheer er onmogelijk door wordt.
Er wordt van de gemeente verwacht dat ze gerichte technische instructies en opleiding voorziet voor de uitvoerders zodat de hier beschreven problemen zich niet langer voordoen.
6- Integraal waterbeheer
De gemeente Brakel heeft net zoals veel andere gemeenten in Vlaanderen de laatste jaren ernstige overstromingen gekend. Alle voorspellingen zijn eenduidig dat door de klimaatverandering we in de toekomst nog meer hevige onweders kunnen verwachten waarbij op korte termijn heel wat neerslag uit de lucht valt. Anderzijds kampt Vlaanderen met een waterkort. Om ons daarop voor te bereiden is een integrale visie en een duurzaam waterbeleid noodzakelijk. Door toenemende erosie van de hellingen van de Vlaamse Ardennen zullen bufferbekkens (GOG’s) sneller dan verwacht dichtslibben waarna dure slibruimingen noodzakelijk zijn. Ook het versneld afvoeren van water zorgt er wel voor dat een individueel perceel misschien geen overlast heeft, maar de problemen worden doorgeschoven naar lager gelegen buren en gemeenten. Hierdoor bekomt men het tegenovergestelde van wat men beoogde.
In de plaats daarvan is het van belang om het regenwater zo lang mogelijk op te houden waar het neervalt en dit over een zo groot mogelijke oppervlakte, zodat het tijd krijgt om in de grond te dringen en de grondwaterlagen aan te vullen. Het vrijwaren van de open ruimte in de beekvalleien, het voorkomen van verhardingen en het achterwege laten van het ruimen van beken en grachten is hierbij essentieel. Op sommige plaatsen in Brakel worden ze zo diep geruimd dat die een drainerend effect hebben op de ruime omgeving en er plaatselijk sprake is van verdroging. Natuurlijk moeten we er intussen voor zorgen dat geen dorpen of huizen onderlopen en dat er zich geen verstoppingen voordoen. De juiste balans vinden is geboden.
7- Waterzuivering
Iedereen is het er al lang over eens dat afvalwater niet ongezuiverd in het milieu mag terechtkomen. Dat waarmaken blijkt nog steeds moeilijk te realiseren. Zelfs in de Europees beschermde Brakelse natuurgebieden als Everbeekse bossen, het Burreken, Bovenlopen Zwalm en Middenloop Zwalm loopt her en der ongezuiverd afvalwater via grachten de gebieden binnen waar ze de bodem vervuilen en het waterleven verstoren
Ook al is de gewestelijke overheid met haar zoneringsplannen niet erg ambitieus qua tijdsplanning, toch kan de gemeente binnen het wettelijk kader een verschil maken, o.m. door:
1) Versnelde uitvoering van de rioleringswerken in “collectief te optimaliseren buitengebied”, het gebied waar gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering, maar waar intussen nauwelijks verplichtingen bestaan met betrekking tot waterzuivering. 2) Stimuleren van het versneld plaatsen van een IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater) in buitengebieden die nooit zullen worden aangesloten op de riolering. Een hernieuwd subsidiebeleid in samenwerking met de watermaatschappij kan helpen. Ook een gerichte informatiecampagne is noodzakelijk. Sommige straten werden in 2017 veranderd van zone en vereisen nu een IBA. Bewoners zijn hiervan niet noodzakelijk op de hoogte en moeten worden ingelicht. 3) Handhaving. Mensen trachten jammer genoeg nog steeds aan verplichtingen te ontsnappen, bijvoorbeeld door te weigeren om een IBA te plaatsen of de aansluiting op de bestaande riolering eenvoudigweg niet uit te voeren. Daarom moet er ook gecontroleerd en mogelijks gesanctioneerd worden.
De natuurverenigingen stellen voor dat de gemeente zich middels deze en andere maatregelen een ambitieus doel stelt, nl. tegen het einde van de volgende legislatuur (2023) minstens 95% van alle woningen en 100% van de bedrijven die afwateren in grachten/beken die benedenstrooms door groengebied of Europees beschermd gebied lopen, aansluiten op een gescheiden rioleringsstelsel of voorzien van een individuele of collectieve behandeling van het afvalwater.
8- Zwerfvuil
Het plan van de Minister van Leefmilieu met betrekking tot de aanpak van zwerfvuil slaat vanzelfsprekend ook op de gemeente Brakel. Een combinatie van maatregelen die daadwerkelijk worden uitgevoerd en opgevolgd, dringt zich op, o.m. door:
1) Bewustmaking. Door middel van gemeentelijke campagnes, borden langs de weg, informatie in scholen en verenigingen het probleem bespreken en het asociale gedrag van de plegers benoemen. 2) Handhaving. De politiezone van Brakel maakt van milieuovertredingen absoluut geen prioriteit. Dat moet veranderen. Het plan van de Minister voorziet in strenge sancties. Ook Brakel moet er voor zorgen dat plegers niet ongestraft wegkomen. Zwerfvuil moet door allen, ook door handhavers, beschouwd worden als een ernstige overtreding.
9- Biomassa
In het kader van de klimaattafels en de doelstellingen die de gemeente Brakel zich hiervoor stelt, willen we de informatiegaring rond het verwarmen van gebouwen met lokale biomassa zien uitgroeien tot een effectief project. Een echt voorbeeldproject zou de verwarming voor het nieuwe administratieve centrum kunnen zijn. Ook bij verbouwing van andere gemeentegebouwen kan biomassa een waardig verwarmingsalternatief zijn. De opgedane ervaringen kunnen gedeeld worden in andere projecten en kunnen eventueel via het RUP opgelegd worden. Een dergelijk project biedt tegelijk ook een zinvolle oplossing voor de verwerking van beheerresten van houtige gewassen zoals knotwilgen, houtkanten en hagen, van diverse oorsprong. Zo’n project kan ook stimulerend werken voor het actief aanplanten van nieuwe houtige structuren in het landschap, zowel in het kader van agroforestry als van buffering van bestaande natuurgebieden in het landbouwlandschap.
De Brakelse natuurverenigingen danken hun politieke vertegenwoordigers voor de aandacht die zij aan dit memorandum willen besteden en kijken uit naar een nog milieuvriendelijker beleid vanaf oktober 2018.
Zo denken de Brakelse politieke partijen over ons leefmilieu
Geen interesse voor milieu bij sommige partijen?
De drie Natuurpunt-afdelingen in Brakel – Kern Rondom Burreken, Everbeekse Bossen en Zwalmvallei – stelden een memorandum — zie hierboven
Natuurpunt vroeg aan alle politieke partijen of zij de noodzaak tot aanpak van bovenstaande aandachtspunten konden onderschrijven en zich willen verbinden tot een gemeentelijk beleid dat daaraan tegemoet komt. De verenigingen willen immers hun achterban hierover informeren. Voor wie natuur en milieu belangrijk is, kan zich in het stemhokje laten leiden door de reacties van de verschillende partijen.
De reacties waren erg verscheiden: Grootste partijen reageren niet of nauwelijks
- NVA: er kwam een snelle en positieve reactie op het bericht, maar inhoudelijk kwam de reactie later. De partij schaart zich voor het merendeel achter de negen punten, maar maakt reserves bij de haalbaarheid van de uitvoering van het afvalwaterbeleid. Rioleringen aansluiten of individuele waterzuivering promoten zijn dure ingrepen, maar ze hebben zeer snel positieve resultaten op het milieu. Zuiver water in beken en sloten is een zegen voor de natuur !
- SPa: een snelle positieve en inhoudelijke reactie. De enige partij die de natuurverenigingen ook heeft uitgenodigd en te woord heeft gestaan met een heel team ! De partij schaart zich achter alle negen punten, maar erkent dat het doordrukken van sommigen punten, zoals de waterzuivering, moeilijk ligt. Ze zijn voorstander van het gebruik van biomassa maar dat vindt momenteel geen draagvlak bij de huidige coalitiepartner. Handhaving (bijvoorbeeld i.v.m. het verbod op pesticiden) blijft eveneens een moeilijk verhaal omdat er in het huidige bestuur te vaak aan lippendienst gedaan wordt en men snel schrik heeft om tegen persoonlijke belangen in te gaan.
- Vlaams Belang: pas na een herinnering kwam er een uitgebreide nota waarin men zich akkoord verklaart met alle punten en er ook nog een aantal bestuur-kritische nota’s aan toevoegt.
- Open VLD: helemaal geen schriftelijke reactie. Enkel na een herinnering tijdens een persoonlijke ontmoeting met een van de vooraanstaande politici kwam er een letterlijk schouderophalen dat getuigt van weinig interesse. Er liggen voor de partij andere, belangrijkere zaken op tafel.
- CD&V: evenmin een reactie, ook al kreeg men het memorandum en de herinneringsbrief persoonlijk in de bus.
De Natuurpunt-afdelingen zijn teleurgesteld in de reactie van de grootste regerende politieke partij – Open VLD. De CD&V gaf eveneens niet thuis. Natuurpunt hoopt op een kritische ingesteldheid van de inwoners van Brakel en is blij dat alsnog de kiezer beslist.