Deze week mocht ik in de buurt van de EU vertoeven. Voorwaar een eer. Als jonge gast ben ik steeds een zware fan geweest van allerhande unies. Je kan de rekening delen op restaurant en het is altijd leuker niet alleen te hoeven slapen. Meermaals ben ik in slaap gevallen met de Europese gedachte in het achterhoofd. Ik had er geen probleem mee verdragen te sluiten met een zwoele Italiaanse of een koele Zwedin. Cives, floreat Europa!!!!!!
Mijn Europese euforie kreeg echter een eerste knauw toen ik 10 jaar geleden enkele gebouwen van de EU mocht bezoeken en een stakerspiket tegenkwam aan de ingang ervan. De ambtenaren zouden één of twee procent op hun loon moeten inleveren. Normaal ben ik nogal vlug geneigd mij te scharen achter hen die onrecht aangedaan wordt. In dit geval werd ik vervuld van een overweldigende schaamte. E én procent op een maandloon van €6000 netto, kindergeld en expat vergoedingen niet inbegrepen? Nie komen zwanzen h é, kerels?
Dezer dagen mag ik opnieuw vertoeven rond de koepels van de Europese eenheid en het is er alleen maar degoutanter op geworden. Maandagvoormiddag komt het Euro-volkje aan om zich op donderdagmiddag al in maatpak scheel poepeloere te zuipen om drie dagen eenzaamheid te vergeten. Waar de Europese veroveringen uit mijn jeugd er waren uit ideologie en ook wel een beetje jeugdige lust, zijn de escapades van deze mensen bacchanalen van een uit de hand gelopen Europees kapitalisme. Niet meer en ook niet minder.
Voor de deur van de lokale Delhaize Express recycleert een dakloze de snel-klaarmaaltijden die door de elite Europeanen niet gesmaakt werden en voor de vuilbak zijn. Verpakt in plastiek. Hij steekt ze ostentatief omhoog om de verspilling aan te klagen, maar wordt neerbuigend genegeerd als een schandvlek op het Luxemburgplein. Een schandvlek gecre ëerd door het wereldvreemde monster dat huist achter muren van veiligheidsagenten en pasjes.
Gisteren keurde de EU het verbod op plastic bestekken en plastic wegwerpverpakkingen voor voedsel goed. De man, waarvoor geen plaats is binnen onze unie, zal voortaan restafval kunnen eten uit gerecycleerde potjes. Ook ballonnen werden aan regels onderworpen. Niet echter de plastic stokjes waar de ballonnen aan bevestigd worden. Daar hebben 500 parlementairen en hun aanhang weken over vergaderd. Tussen de vreetpartijen en het hoereren door.
Misschien moeten we maar eens een mars op Brussel houden. Zonder ballonnen, enkel met de stokjes. Past perfect in het surrealistisch gedrocht waar deze unie tot verworden is. Ceci n’est pas mon union !