Sinds enkele dagen kijken we ’s ochtends uit naar het geburl van de koeien. Door het zachte weer mogen ze nog wat grazen tussen de fruitbomen achter ons huis.
Neen, ze loeien niet, ze burlen: uit volle borst brullen zoals edelherten dat doen om een lief te vinden of om afdwalende jongen de weg te wijzen naar de kudde. Trouwens, dat laatste doen de koeien ook. Dat wisten we al: Wanneer ze gekalfd hebben mogen ze na een poos terug naar de weide, zonder hun jongen. De eerste dagen zijn ze ontroostbaar en roepen uren aan een stuk. Awel,… zo burlen de koebeesten tijdens deze periode van het jaar,… rond de klok van zeven uur,… s’ ochtends. Een goeiemorgen!
Het is een fantastisch schouwspel want ze doen het schouder aan schouder en met volle overtuiging.
Neen, niet zoals dokwerkers tijdens een betoging maar eerder zoals een koor op de bühne. Ze burlen niet meer om hun jongen de weg te wijzen want dat zijn ondertussen kloeke beesten die al lang zonder hun moeke kunnen.
Wat bezielt beesten om in gelid en om ter schoonst te roepen: “Helabeuuhh,… Hier zijn weuhh,…”?
Ze kregen de laatste weken al extra veel aandacht want de appel- en perenoogst is achter de rug en de laatste sappige snoepjes zijn uitgedeeld. Misschien burlen de koeien omdat ze elke dag over het kopke worden gewreven door de buurman? Ofwel laten ze weten dat hun biologische klok zegt dat het tijd is om terug naar de warmte van de stal te keren, snakkend naar de hapjes die ze ’s winters voorgeschoteld krijgen.
Ten tijde van dit schrijven was het nog ideaal weer om uw stapschoenen aan te trekken en door onze Vlaamse Ardennen te wandelen.
Tja,… te laat nu. Het burlen-moment is achter de rug en u heeft de kans gemist om het schouwspel te beleven. Misschien volgend jaar? Maar kom gerust nog langs.
Er valt immers altijd wat te beleven in de streek waar De Beiaard het nieuws verdeelt.
Sjarel Klak
(Deze column verscheen al in 2015, toen nog in de papieren De Beiaard.)